24 Juli [1916]. Voor een journalist wil dus naar Gent gaan zeggen, iets als oorlogscorrespondent worden, met al de gevaren, maar ook al het heroïsche, dat daar aan verbonden is.

Karel van de Woestijne (1916)

Terug naar index

VOSE, EDWARD NEVILLE

(Ashburnham, Massachusetts, 1870 - Boston, Massachusetts, 31.08.1949)

Amerikaanse journalist, gehuwd met een Belgische vrouw. In The Spell of Flanders (1915) deed hij verslag van een reis door Vlaanderen net voor de Eerste Wereldoorlog uitbrak.

Edward Neville Vose werd geboren in Ashburnham, een dorpje van ongeveer 2000 inwoners in Worchester County, Massachusetts USA, als zoon van James Edward Vose en moeder Mary Neville. Hij studeerde aan Harvard (klas van 1894) en trouwde op 27 augustus 1899 in Manhattan, New York, met Pauline Bezin, geboren te Elouges in Henegouwen, België. Hij werd journalist en schreef The Spell of Flanders, an outline of the history, legends and art of Belgium’s famous northern provinces (1915), verschenen bij de L. C. Page Company te Boston van Louis Coues Page, waar ook Isabel Anderson [zie aldaar] een jaar later haar The Spell of Belgium uitgaf.
Eerder had hij reeds Commercial Monographs gepubliceerd (1913-1914) en later schreef hij mee aan een twaalfdelige reeks Course in Foreign Trade, gestart door Oscar Phelps Austin, professor aan Washington University, en statisticus van het buitenlands handelsbeleid van de National City Bank van New York.

Voses boek is voluit getiteld The Spell of Flanders, an outline of the history, legends and art of Belgium’s famous northern provinces; being the story of a twentieth century pilgrimage in a sixteenth century land just before the outbreak of the Great War. Het is opgedragen aan Koning Albert I en de oorlogshelden van Vlaanderen. Het vertelt over een georganiseerde reis door een groep van vier: “de Professor” geschiedenis (met wie hij opgroeide), Edward Vose zelf en hun twee echtgenotes. Dankzij de goedkope treinverbindingen verkenden ze tussen mei en juli 1914 het Vlaamse land, in de volgorde dat de steden historisch belangrijk werden. Ze deden dus eerst Brugge aan, dan Diksmuide, Veurne, Ieper, Kortrijk, Gent, Mechelen, opnieuw Gent, Oudenaarde, Antwerpen en tot slot (het casino van) Oostende. Ergens halfweg deden (enkel) de heren Doornik aan, waarbij ze redelijk terecht stelden dat ze daar eigenlijk hadden moeten beginnen.

Edward Vose gaf aan dat ze de gildenhuizen en kerken te Gent en Oudenaarde bezochten toen aartshertog Ferdinand en zijn vrouw vermoord werden in Sarajevo. Hij vergeleek de emoties van de start van de Amerikaanse vrijheidsstrijd (“the shot heard around the world at Concord”) met de heroïsche strijd van het kleine Belgische leger als een rots op de laatste strook vrij land tegen de “machtigste gevechtsorganisatie van de wereld”.
Bewust zonder al te veel te (ver)oordelen schreef hij zijn boek, maar tevens voorspelde hij dat steden als Ieper door duizenden bezocht zouden worden, nadat de gevechten en de vernietiging van hun patrimonium ze onsterfelijke roem zouden opleveren.

In de uitgebreide bibliografie van het boek staan 60 auteurs waaronder Hendrik Conscience, Octave Delepierre, Jules Destrée, Victor Fris, Kervyn de Lettenhove, Henri Pirenne, Max Rooses, naast tal van Britse en Amerikaanse auteurs (die vooral over de historische aspecten van onze contreien publiceerden).

Edward Neville Vose en Gent

In The Spell of Flanders gaan vooral de hoofdstukken 9-11 en 16 over Gent. Edward Vose en zijn groepje van vier bezochten in Gent eerst het Gravensteen, waar hij zich afvroeg of de brugvrouwe wel kon slapen als de gevangenen in de ‘oubliettes’ hun oordeel afwachtten. Hij vermeldde een leraar die er in 1657 dertien maanden zou hebben in doorgebracht, sprak ook over het lot van Jacqueline de Bavière en over de verschillende belegeringen van het kasteel.
Verder weidde de Professor uit over de belegering van Gent in 930 die aanleiding gaf tot het Ingelandgat, vertelde hij dat Pieter de Coninck, Willem van Gullik en Guy (Gwijde) van Namen op 13 juli 1302 in Gent toekwamen, dat de Gentse draak volgens "recent onderzoek" in 1377-78 gemaakt bleek te zijn (en dus niet zoals de legende luidt van Constantinopel komt). In een gezapig tempo komen ook Kwade Maandag (2 juni 1345, bloedige botsing tussen de Gentse wevers en volders op de Vrijdagmarkt) en Goede Dinsdag (13 januari 1349, dag dat de volders het pleit winnen en de stad Gent het gezag van Lodewijk van Male moet aanvaarden) aan bod en de hele verdere geschiedenis van Gent.
De praktische handenarbeid van kleding herstellen fascineerde de dames, naast het kantwerk van de begijntjes. Nog andere gewoonten, zoals verschillen tussen het middageten te Gent en eten in Amerika, passeren de revue.
Het boek bevat zowel grote als kleine geschiedenis, verwerkt in een reisverslag. Het geeft uitgebreid blijk van fascinatie voor de alomtegenwoordige geschiedenis en de eindeloze diversiteit op een beperkt grondgebied, en eindigde met een zekere blijheid over de opkomende Amerikaanse hulp voor België en een oproep om Vlaanderen niet over te slaan tijdens de Grand Tour na de oorlog.

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Edward Neville Vose:

  • Edward Neville Vose: The Spell of Flanders (The Page Company, Boston, 1915), 427 p. BIB.G.052377, ook online beschikbaar op: books.google.be/The_Spell_of_Flanders.html
  • Belgische bibliografie, vol. 45, deel I (Bibliothèque Royale Albert Ier, 1919), p. 432
  • William Jeremiah Burke & Will David Howe: American authors and books: 1640 to the present day (1962), p. 770
  • Vose, Edward Neville, in: Who was who in America? (2009), p. 306