11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

Vereniging van Katholieke Oostvlaamse Schrijvers

V.K.O.S. (1948- )

Op 31 oktober 1948 in de Normaalschool van de Broeders der Liefde te Zwijnaarde gestichte vereniging. Haar doel was: op christelijke basis de morele en stoffelijke belangen van haar leden te behartigen en het literaire en culturele leven in de provincie Oost-Vlaanderen te bevorderen. De V.K.O.S. bestaat nog steeds; zij is onafhankelijk en respecteert andersgelovigen en -denkers. Zij wil ook een kweekschool en een ontmoetingsplaats voor schrijvers zijn.

Enkele maanden vóór de oprichting van de V.K.O.S., tijdens een op 13 juni 1948 gehouden provinciale cultuurdag, was gesproken over de wenselijkheid, te komen tot één pluralistische vereniging van Oost-Vlaamse schrijvers (ook het links-vrijzinnige Pan, Kring van Oostvlaamse Letterkundigen bestond reeds). Een eenheidsvereniging bleek echter onmogelijk wegens de “onoverbrugbare standpunten van links en van rechts”. Op initiatief van Remi van de Moortel en Paul de Mont werd dan de V.K.O.S. gesticht. Tot haar stichtende leden behoorden ook o.m. Frank Meyland (Hubert Ascoop) en Maurits van Herreweghe. De eerste voorzitter was Miel Kerstens. De thuishaven van de vereniging was het Sint-Lucasinstituut (Oude Houtlei) te Gent.

Activiteit

Van bij het begin stelde de V.K.O.S. haar doel ruimer dan enkel het literaire: er werd ook aandacht besteed aan bijbelstudie, wijsbegeerte, geschiedenis en actuele problemen. Op literair gebied ontplooide de vereniging in de loop van de jaren een brede waaier van activiteiten: zij richtte literaire avonden, kunstnamiddagen, boekententoonstellingen, studiebijeenkomsten en literaire prijzen in, organiseerde reizen, huldigde (of herdacht) geregeld haar leden en publiceerde talrijke werken.

Tot de periodieke activiteiten behoren vooral de “Leievaarten” en – naar het publiek toe de “letterkundige middagen”. Deze laatste werden georganiseerd in de jaren 1950 en 1960.

Leievaarten werden georganiseerd vanaf de jaren ’50. Dit waren jaarlijkse boottochten voor leden die dan meestal gedichten en proza voorlazen. Vanaf 1964 werden de voorgedragen teksten na elke vaart gepubliceerd in een reeks Leievaart-bloemlezingen die inmiddels een indrukwekkende omvang heeft gekregen.
Een andere reeks bloemlezingen werd gevormd door een aantal publicaties onder de titel Poëtisch gastmaal, uitgegeven van 1964 tot 1975. Hierin is poëzie opgenomen van V.K.O.S.-leden én van niet-leden.

Talrijke afzonderlijke werken werden gepubliceerd, zo o.m. De muziek der stilte van Miel Kersten (s.d.), In Gods spoor : bloemlezing van religieuze poëzie uit het werk van hedendaagse Oost-Vlaamse dichters (1957), Maria-zangen van Justus de Harduwyn (1962), Oost-Vlaams proza-mozaïek : bloemlezing uit het werk van hedendaagse Oost-Vlaamse prozaïsten (1962) en Ons ghenaket die aventstar van Georges de Keersmaeker (1978).

Thans worden jaarlijks nog een aantal lezingen georganiseerd en een tweemaandelijks ledenblad, “V.K.O.S.-info” uitgegeven. De vereniging beschikt over een bibliotheek met boeken, tijdschriften en documentatiedossiers. Er is tevens een Jong-Schrijverscollectief.

[Frans Heymans]