24 Juli [1916]. Voor een journalist wil dus naar Gent gaan zeggen, iets als oorlogscorrespondent worden, met al de gevaren, maar ook al het heroïsche, dat daar aan verbonden is.

Karel van de Woestijne (1916)

Terug naar index

SIMSOLO, Noël

(Périgueux, Frankrijk, 31.08.1944 -)

Franse schrijver, producent, komiek en geschiedschrijver van de Franse en internationale cinema. Ook romancier, onder meer van Les vampires de Gand (2004), in de serie Edgar Flanders.

Noël Simsolo was een veelzijdig schrijver: in zijn reeks biografieën over grote filmregisseurs kwamen Alfred Hitchcock, Fritz Lang, Sergio Leone, Billy Wilder, Clint Eastwood, Bertrand Tavernier en Orson Welles aan bod, maar hij schreef ook essays en overzichtswerken (Dictionnaire de la nouvelle vague, 2013), toneelstukken, (strip- en film-)scenario’s, radiofeuilletons over cultuur en muziek, boeken en populaire pockets. Daarnaast maakte hij ook carrière als acteur in tientallen minder bekende Franse films (vooral in de jaren 1970).
Vooral zijn "zwarte" verhalen, soms geschreven onder het pseudoniem Canino, maakten furore: vanaf Ciel noir (1991), over onder meer Les enfants de l’enfer (1999) tot Les génies du mal (2010).

Noël Simsolo en Gent

Tussen 2004 en 2007 publiceerde Simsolo bij de Franse uitgeverij Seuil een serie van zeven boeken voor jongeren, rond vampierenjager Edgar Flanders, “détective de l’étrange”, duidelijk een hommage aan de Gentse meester van de fantastiek Jean Ray en zijn Harry Dickson-reeks. Op Les crimes de la momie volgde het tweede deel Les vampires de Gand, daarna verschenen La princesse venue d’ailleurs, La guerre des sorciers, Les démons de l’Olympe, Le sorcier sans visage en Les vampires de l’apocalypse. In deze boeken bindt Edgar Flanders de strijd aan met vampieren, hun volgelingen en de occasionele demon. De enige concrete locaties in de reeks blijken Gent en de Olympusberg te zijn.

In het verhaal Les vampires de Gand (2004, ook beschikbaar als radiouitzending, zie bibliografie), dat zich tussen Parijs, Gent en Antwerpen afspeelt, valt het op dat Simsolo Gent wel degelijk kent of zelfs bezocht heeft: dat is af te leiden uit de goed uitgetekende scènes in de Sint-Baafskathedraal, de met vampierkisten gevulde zalen van het Gravensteen, naast een gedeelte dat zich in de haven afspeelt.
Er zitten redelijk wat twists in de plot, geregeld ook cliffhangers, een haat-liefde verhouding met een volgelinge van het duister en een enkele rebusontcijfering (vergelijk met Dan Browns een jaar eerder verschenen esoterische thriller De Da Vinci code, 2003, verfilmd 2006). De passage met een ongelovige politiecommissaris en een vrijbrief van de regering om doortastende maatregelen te nemen, hebben de bedoeling het verhaal ook geloofwaardig te maken in de verder "normale" wereld. Naast spannende verdwijningen, of een ontspoorde trein, valt op hoeveel mensen er door vampieren "besmet" raken, zodat ze met een paal door het hart gedreven, nieuwe hordes vampieren moeten verhinderen.
Alles draait erom een legendarische saffier te bemachtigen die de "vuurtiara" met extra kracht zou opladen. De Belgische diamantair Jacob Langman wil daarvoor de hulp inroepen van een bevriende professor in occulte wetenschappen, maar die lijkt verdwenen en het zijn de Parijse detective Edgar Flanders en het medium Asmina Criel die de zaak aanpakken en de duistere krachten van een hypnotiseur, vampierenmeester en satanische avonturier weerstaan.
Het verhaal lijkt gericht op en is goed geschikt voor adolescenten (13+), maar werd nog niet in het Nederlands vertaald.

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Noël Simsolo