That afternoon I thought [Ghent] looked magical, it was quite different. You know how it is when you see things suddenly in a different light, in a new light (...)
Pan : Kring van Oostvlaamse Letterkundigen
(1939- 1974(?) )
Op 12 maart 1939 in Gent gestichte literaire vereniging. Initiatiefnemers waren Johan Daisne, Adolf Herckenrath, Paul Rogghé, Jozef Vermeulen en Daan Boens. Men wilde iets doen aan “... de vaststelling dat auteurs in betreurenswaardige afzondering van andere kunstenaars, uitgevers en publiek leven”. De statuten werden goedgekeurd tijdens de algemene stichtingsvergadering op 15 mei 1939 in zaal Pan in de Korte Meer (toen nog Korte Meire) te Gent. Alhoewel ontstaan in de schoot van de kunstkring Kunst en Kennis, werkte Pan onafhankelijk daarvan.
De doelstellingen van de Kring werden omschreven als: “... door contact, onderling begrijpen en eendracht alle versnipperde initiatieven te ordenen om te komen tot een culturele samenwerking onder de schrijvers, de kunstenaars, de verschillende kunstgroeperingen...”. Pan wilde dit realiseren “buiten en boven alle wijsgerige, confessionele, politieke en andere overtuigingen om”; het wilde “een cultuurfront [zijn] voor de rechtmatige verdediging van de morele en stoffelijke belangen der letterkundigen, op basis van onderlinge kritiek en studie...”. In feite was Pan een links-vrijzinnige geörienteerde literaire vereniging.
In dagblad Vooruit (13 mei 1939) waarschuwde Raymond Herreman voor een verenging die zou ontaarden in vergaderingen met eindeloze spreekbeurten, die grote tentoonstellingen en feesten zou organiseren waarmee men het algemene publiek niet bereikt. Wel zag hij in de doelstellingen van de vereniging een algemene maatschappelijke trend: “... er is een drang in het land”, schreef hij, “om de wetenschap en de kunst en de kultuur uit de scholen, de akademies, de tijdschriften, de kringetjes [te brengen] in een ruimere kring, in een ruime gemeenschap van mensen die beter willen leren leven”.
Hoe dan ook, de (oorlogs)omstandigheden waren niet gunstig voor de jonge vereniging Pan: van 1940 tot 1944 werden de werkzaamheden stilgelegd. In 1945 werd de activiteit hervat.
In 1954 ontstond er enige deining in het Oost-Vlaamse literaire leven. Op dat ogenblik bestond, naast Pan, ook al de Vereniging van Katholieke Oostvlaamse Schrijvers (V.K.O.S., gesticht in 1948). Enkele leden van de de V.K.O.S. uitten het voornemen om samen te komen tot een nieuwe, neutrale, onpartijdige eenheidsvereniging van àlle Oost-Vlaamse auteurs en daarvoor namen zij contact op met Pan. Pan ging echter niet in op het “aanzoek” omdat het zichzelf beschouwde als onpartijdig en omdat het nagenoeg dezelfde doelstellingen had als de beoogde nieuwe organisatie.
De nieuwe krachtenbundeling kwam er tóch; het werd de Vereniging van Oost-Vlaamse Letterkundigen (V.O.L.). Van dan af , waren er dus drie Oost-Vlaamse auteursverenigingen: Pan, de V.K.O.S. en de V.O.L. Meerdere leden van Pan waren echter ook lid van de V.O.L.
Activiteit
Pan nam zich voor, de contacten tussen de Oost-Vlaamse letterkundigen te verstevigen, openbare lezingen voor de leden en voor het publiek te houden, debatavonden en tentoonstellingen te organiseren en literaire prijzen uit te schrijven. Geregeld werd meegewerkt aan initiatieven van andere instanties van o.m. Kunst en Kennis (letterkundige avonden), het provinciebestuur (een groots opgezette schoolnamiddag in november 1951), het Gentse stadsbestuur (deelname aan de stedelijke boekenbeurzen).
De belangrijkste – en blijkens de betoelagingsdossiers in het Oost-Vlaams Provinciaal Archief, vanaf 1970 nog de enige – realisatie van Pan was de uitgave van het gelijknamige tijdschrift dat van 1953 tot 1975 zou bestaan (zie daarover bij de rubriek “Tijdschriften”).
Het provinciebestuur deed – zeker tot in 1975 – meerdere pogingen om de drie literaire vereniging die tegelijk bestonden in Gent, te bewegen tot het vormen van één enkele letterkundige kring. Vergeefs echter.
[Frans Heymans]
Over Pan:
- Pan : Kring van Oostvlaamse Letterkundigen, in: Kultureel jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen, jaarboek voor 1951 (1952), band 2, p. 153-154 en jaarboek voor 1952 (1953), p. 233
- Oost-Vlaams Provinciaal Archief, Dienst 91, VIII Letterkunde, Dozen DCA 436 en DCE 438