Zoo stoot het Steen der Graven langs de Lieve, / symbool van leed en nooit verstorven klacht, / vooraan op ’t plein (...) / Een huizenrei van donkre weelde en pracht.

Adolf Herckenrath (1947)

Terug naar index

ORSENNA, ERIK

(Parijs, 22.03.1947 - )

Frans auteur van romans, sinds 1998 lid van de Académie française, ook politicus.
Erik Orsenna is het pseudoniem van Erik Arnoult. Het pseudoniem verwijst naar de naam van de oude stad uit de roman Le rivage des Syrtes (1951) van de Franse auteur Julien Gracq.
Orsenna groeide op in Parijs en studeerde Filosofie en Politieke Wetenschappen, later ook Economie aan de befaamde London School of Economics. In de jaren ’80 fungeerde hij als expert in de ontwikkelingssamenwerking voor de Franse Parti socialiste en was hij cultureel raadsman van François Mitterrand, voor wie hij verschillende redevoeringen schreef.
Hij combineerde die loopbaan met een literaire productie. In 1974 debuteerde hij met de roman Loyola’s blues. In 1977 verscheen zijn tweede roman La vie comme à Lausanne, die hem de Franse Prix Roger-Nimier opleverde. In 1988 kreeg hij voor L’Exposition coloniale de prestigieuze Prix Goncourt. Het liefdesverhaal Longtemps (1998), een ode aan het overspel, is in zekere zin een vervolg op L’Exposition coloniale.
Zijn passie voor reizen, de zee en de muziek zijn thema’s die regelmatig voorkomen in zijn werk.

Erik Orsenna en Gent

Longtemps is het verhaal van Gabriel, een botanicus, en van Elisabeth, een diplomate, die halsoverkop verliefd worden. Zij reist vaak voor haar werk, en zo ontmoeten ze elkaar in Sevilla, in Sissinghurst, in Gent en tenslotte in Peking. In elke stad schrijven zij een stukje geschiedenis van hun verhouding, die 35 jaar zal standhouden (vandaar de titel van de roman).
De hoofdstukken 43 tot en met 54 spelen zich af in België, meer bepaald in Gent, waar de twee een jaar samen doorbrengen als Elisabeth voor de permanente vertegenwoordiging van Frankrijk bij de Europese Unie in Brussel werkt. Zij verkiest het Gentse Prinsenhof als verblijfplaats omdat het de geboorteplek van keizer Karel is, een plek die ze hun liefde waardig vindt. Zij drukt het zo uit: “Charles Quint. Pas moins. Je te rappelle qu’il a régné sur la Castille et l’Aragon, Naples et la Sicile, les Pays-Bas, la Franche-Comté, la Bohême, l’Autriche, ça te suffit ? Ici était son palais, où il est né. Il n’en reste rien. Mais nous habiterons sur les lieux mêmes” (p. 286-287).
In 2008 verscheen zijn roman Chanson de Charles Quint waarin kort (p. 185-186) over Gent en keizer Karel gehandeld wordt.

[Vincianne de Smet]

Over Erik Orsenna:

  • Thierry Gandillot: Eros Orsenna, in: L’Express, 09.04.1998
  • Maria Teresa de Freitas: Moi et les autres: l’autofiction d’Erik Orsenna, in : Société Roman 20-50, n° 27, 1999, p. 115-124.
  • Catherine Argand: Erik Orsenna, in: Lire, 01.05.2003
  • Delphine Peras: Portrait d’Erik Orsenna, in: L’Express, 31.05.2007
  • [Erik Orsenna], zie internet http://www.erik-orsenna.com, daar klikken op het label “Erik Orsenna”