… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

NOOTEBOOM, CEES

(’s-Gravenhage, 31.07.1933 - )

Nederlands schrijver van romans, poëzie, toneel, politieke reportages, literaire reisreportages en essays. Na zijn meest bekende, existentiële roman Rituelen (1980) verscheen Berlijnse notities (1990), waarmee hij doorbrak in Duitsland. In een ander, magistraal werk De omweg naar Santiago (1992) bezong Nooteboom zijn liefde voor Spanje, zijn tweede vaderland. Hij kreeg talrijke literaire prijzen. Voor het grootste succes in Duitsland Het volgende verhaal (1991) ontving hij de prestigieuze Aristeionprijs voor Europese literatuur in 1993. Voor zijn hele oeuvre werd in 1992 de Constantijn Huygensprijs aan hem uitgereikt. Nooteboom zette zich steeds in voor een betere verstandhouding tussen verschillende landen, in de geest van Goethe. Hiervoor kreeg hij terecht de Hansischer Goethe-Preis in 2003. Hij werd ook bekroond met de P.C. Hooftprijs 2004. In 2009 werd hij onderscheiden met de Belgisch-Nederlandse Prijs der Nederlandse Letteren, de belangrijkste (oeuvre)prijs voor het gehele Nederlandse taalgebied.

Cees Nooteboom en Gent

Gent kwam in Nootebooms literair labyrint terecht dankzij Hugo Claus. Beide schrijvers waren reeds bevriend sedert de jaren vijftig. Op het einde van de jaren zeventig interviewde Nooteboom Claus in zijn Gentse atelier voor het maandblad Avenue (april 1979). In een literaire reisreportage in hetzelfde maandblad had hij eerder reeds lovend geschreven over Claus’ roman Het verlangen (1978). In die bijdrage dwaalden Nootebooms gedachten af naar de tijd toen hij liftend in 1953 vanuit Breda via Antwerpen naar het zuiden trok. Daarna verwelkomde de schrijver het bestaan van Vlaanderen in het Nederlandse taalgebied, een buitenland in het binnenland, als een exotisch cultureel geschenk. Gent noemde hij “tot in het diepst van zijn middeleeuwse ziel een stad, een polis” maar hij dichtte deze stad ook “iets landelijks” toe vanwege de omgang van mensen met elkaar. Ten slotte vond hij het “dichtbije vreemde” perfect weerspiegeld in Het verlangen, volgens hem, zowel een regionale als kosmopolitische roman, omdat Claus er meesterlijk in slaagde om het lokale kaartcafé met zijn protagonisten over te hevelen naar Las Vegas. Nootebooms relaas over Vlaanderen en Gent werd gebundeld in Voorbije passages (1981) en kreeg jaren later nog meer internationale uitstraling in de bundel De filosoof zonder ogen : Europese reizen (1997).

[Joël Neyt]

Over Cees Nooteboom:

  • Roger Rennenberg: De tijd en het labyrint: de poëzie van Cees Nooteboom 1956-1982 (1982)
  • Gerard Mulder: Literair Ibiza (1989)
  • Ton Anbeek: Reiziger in ruimte en tijd: het werk van Cees Nooteboom tussen 1963 en 1980, in: De Gids, jrg. 157 (1994), nr. 7, p. 565-574
  • Harry Bekkering: Ik had wel duizend levens en ik nam er maar één!: Cees Nooteboom (1997)