Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

Hertmans, Tine

(Gent, 22.10.1947 - )

Dichteres en auteur van kinderboeken en kortverhalen. Geboren en getogen in Gent. Stedelijke locaties zijn zowel impliciet als soms expliciet in haar werk aanwezig.

Doorheen de jaren timmerde Tine Hertmans aan een uitgebreid en divers oeuvre bestaande uit zes dichtbundels, een aantal kinderboeken en tal van bijdragen in verzamelbundels en andere publicaties. Tine Hertmans’ poëzie lijkt op het eerste gezicht aan de melancholische kant, maar wie dieper graaft, ontdekt ook de grimmige keerzijde van haar dichterschap. Een beeldend taalvermogen kenmerkt haar werk.

In 2006 verscheen haar debuutbundel De dagen zijn van spinrag, met een tiental illustraties van haar echtgenoot, de grafisch kunstenaar Tony de Bruycker. Tast Hertmans in deze bundel de randen van het leven af en schrijft zij over alle emoties en levensfases, dan worden het aardse, de kosmos en het sacrale met elkaar verweven in De geur van akkerwinde (2010). In de schrijnende maar sterk verwoorde gedichten over seksueel misbruik in de bundel Tuin van Eden (2011, Engelse vertaling 2014, herziene uitgave 2020) weerklinkt de getraumatiseerde woordkunstenares. In 2014 verscheen een kinderbundel Vannacht heb ik een droom gevangen. De bundel Dansen in het zonlicht (2017) bevat gedichten over leven en liefde waarin bovenal weemoed doorklinkt, vooral daar waar het gaat over de tijd en de vergankelijkheid van het leven. In de recente bundel Aan de waterlijn (2022) is de toon doorgaans lichter en hoopvoller, maar naast een verlangen naar de natuur en rust komt ook een naamloze dreiging herhaaldelijk bovendrijven. Haar kleinkinderen inspireerden Tine Hertmans om naast poëzie ook kinderboeken te publiceren, zoals Ninja (2016), Het appelhuis (2018) en Geheim bos (2020).

Na poëzie en kinderboeken te hebben gepubliceerd, richtte Tine Hertmans zich met haar boek Kelderrat (2024) voor het eerst op proza voor volwassenen. Het resultaat is een rauwe en aangrijpende roman die de lezer meeneemt in het getraumatiseerde verleden van hoofdpersonage Andrea. Hertmans schuwt de pijnlijke thema’s niet en doorbreekt met opmerkelijke intensiteit het taboe rond kindermishandeling en -misbruik.

In 2009 werd Tine Hertmans aangesteld als eerste Dorpsdichter van haar thuisgemeente Destelbergen. Haar werk werd meermaals bekroond. Tuin van Eden werd verkozen tot beste bundel van 2011 op de culturele weblog Ansiel.

Tine Hertmans en Gent

Tine Hertmans groeide op in Sint-Amandsberg, waar ze de lagere en lager middelbare school doorliep vooraleer aan het Technisch Instituut Onze Lieve Vrouw in de Tweebruggenstraat te Gent als regentes huishoudkunde af te studeren. Ze werkte een tijdlang als leerkracht, maar haar creatieve geest stuwde haar andere richtingen uit. Al van jongs af aan las en schreef Hertmans poëzie.

Als inwoner van Destelbergen was Gent immer nabij, zowel in het leven als in het oeuvre. Haar geboortestad is voornamelijk aanwezig in recenter literair werk. Gent is impliciet of soms expliciet present in flarden melancholie en herinneringen. Aan de waterlijn bundelt bijzonder mooie mijmeringen waarin Gent meermaals voorkomt, zoals in “Portus Ganda”, in “Gravensteen” maar ook over de Gentse Feesten in “Feest aan het water”.

In haar roman Kelderrat (2024) blijft Gent grotendeels op de achtergrond. Hoewel het verhaal zich in en rond de stad afspeelt, worden locaties zelden benoemd. Af en toe duikt Gent op in herinneringen: een jeugdclub, een bezoek aan het Gravensteen, een wandeling door de stad, een aangifte bij een vertrouwensarts. De stad is slechts sporadisch zichtbaar, maar vormt een onderhuidse aanwezigheid in dit aangrijpende verhaal over familie, misbruik en het gevecht met een verzwegen verleden.

[Tine Englebert]

Over Tine Hertmans: