kleine, niet te bedaren bruid met onder / je bed nog al je minnaars van vroeger / morsig feestvarken (...) / geschept uit de placenta van Leie en Schelde

Roel Richelieu van Londersele (2003)

Terug naar index

EEKHOUD, GEORGES

(Antwerpen, 27.05.1854 - Schaarbeek, 29.05.1927)

Franstalig-Belgische prozaïst, toneelschrijver, auteur van talrijke romans en verhalen, essayist. Net als o.m. Emile Verhaeren, Charles van Lerberghe en Georges Rodenbach is hij één van de vele Fransschrijvende Vlamingen.
Uit arme ouders geboren en vroeg wees, kwam hij terecht in een welstellende familie die hem in het Frans liet studeren in Mechelen en in Zwitserland. Daarna bezocht hij de Militaire School in België. Hij ontmoette er Charles de Coster (als repetitor), wiens invloed bepalend is geweest.
Woonachtig te Brussel en sedert 1880 redacteur bij het Brusselse dagblad L’Étoile belge, nam Eekhoud actief deel aan de literaire groep La Jeune Belgique. Gedurende twintig jaar werkte hij als correspondent voor België mee aan de Mercure de France.
In 1881 publiceerde hij zijn verhalenbundel Kermesses. Daarop volgden o.m. zijn eerste roman, Kees Doorik (1883), La nouvelle Carthage (1888), Voyous de velours (1904, ook L’Autre vue genoemd) en Magrice en Flandre (1928).

Eekhouds belangstelling ging uit naar het gepeupel, het verdrukte volk, niet naar de egoïstische Franstalige burgerij (die hij haatte en waarvoor hij de term belgeoisie smeedde). Een goed voorbeeld daarvan is zijn veelgelezen autobiografische roman La Nouvelle Carthage 1888), waarvoor hij werd gelauwerd met de Vijfjaarlijkse staatsprijs.
Zonder zich politiek te engageren sympathiseerde hij met de ideeën van de toenmalige Belgische Werkliedenpartij (zie daarover M. Deneckere).

In 1899 verwekte Escal-Vigor, zijn roman over homoseksualiteit, opschudding. Eekhoud was inderdaad de eerste Franstalige auteur die over homoseksualiteit schreef, in het bijzonder over het uranisme, de mannelijke homoseksualiteit. Merkwaardig: in 1995 schreef Hugo Claus in het Nederlands een filmscenario, gebaseerd op Eekhouds Escal-Vigor. Claus’ versie bleef echter in de laden liggen tot Mirande Lucien ze vertaalde en in 2001 in het Frans publiceerde.

Georges Eekhoud en Gent

Zich baserend op een passage uit het heldendicht Luciades van de vermaarde 16de-eeuwse Portugese auteur Luis Vaz de Camões, beschrijft Eekhoud in zijn Magrice en Flandre, ou Le buisson des mendiants: roman picaro-chevaleresque, een tocht van zijn hoofdpersonage, de koene Magrice, door Vlaanderen. Ook in dit werk stelt hij de (pekel)zonden van de bedelaars, het verarmde volk, tegenover de kuiperijen, de intriges van de rijken. Op weg naar Brugge doet Magrice ook Gent aan. Magistraal is de beschrijving (in hoofdstuk 3) van zijn plotse ontmoeting met een “troep” Gentenaars op hun jaarlijkse bedevaart naar Sint-Lievens-Houtem.

[Nicole Verschoore]

Over Georges Eekhoud:

  • Herman van Puymbrouck: Georges Eekhoud en zijn werk (1914)
  • M[arcel] Deneckere: Sociale tendenzen in de Franstalige Belgische literatuur (1848-1914), in: Geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging in België, [1960-1967(?)], dl.12, p. 363-364
  • Herman Braet: Georges Eekhoud, in: Nationaal biografisch woordenboek, vol.8 (1979)
  • Mirande Lucien: Mon bien Aimé Petit Sander, Lettres de Georges Eekhoud à Sander Pierron, 1892-1927 (1993)
  • Mirande Lucien: Eekhoud l’étranger: la vie et l’oeuvre d’un écrivain belge méconnu (1997). Doctoraatsthesis, universiteit Lille
  • Documentatiemap in de bibliotheek
  • Georges Eekhoud, zie internet: http://www.crel.uha.fr/cibel/Biblioth/Eekhoud/Eekhoud0.html Chronologische bio-bibliografie van en over Georges Eekhoud