En is het niet aan het oude ras van trotse burgers, aan de verbeten, bijna religieuze arbeidslust (...), dat de stad die morele, intellectuele en fysieke kracht dankt.

Giuseppe Ungaretti (1933)

Terug naar index

DE LANGE, KAREL

(???, ca. 1521 - Luik, 29.07.1573)

Erudiete, Latijnschrijvende filoloog en dichter, ook gekend onder de naam Carolus Langius.

Over zijn geboorteplaats is er weinig zekerheid. Sommige bronnen (o.m. zijn vriend Justus Lipsius) vermeldden Brussel, andere hielden het bij Brugge of Berguiny (nabij Cassel, Frans Vlaanderen).
Dat hij in Gent verbleven heeft, mag blijken uit de meldingen van enkele tijdgenoten-Gentenaars. Zo plaatste Antonius Sanderus hem bij de “Gentenaars die door geleerdheid uitgemunt hebben”. Hij beschreef hem als “een uitmuntend dichtkundige en wijsgeer, en van zijnen tyd de grootste kender van geleerde werken, gelyk Justus Lipsius hem noemt”. Marcus van Vaernewijck nam hem op in zijn De historie van Belgis, meer bepaald in zijn “Alphabetische beredeneerde naemlyst der Gentenaeren, die in de (...) letteren en wetenschappen eenen onsterffelyken naem verworven hebben”. En Justus Ryckius bedacht hem in zijn ode aan 14 Gentse dichters (vertaald door Philip Blommaert en onder de titel Lof der Gentsche dichters opgenomen in diens bundel Gedichten).

De Lange kreeg mogelijk in Gent al onderricht in Grieks en Latijn. Later studeerde hij filosofie en rechten aan de universiteit te Leuven, stad waar hij lange tijd verbleef. Samen met Torrentius ondernam hij in 1552 een reis naar Italië waar hij in Padua (of Bologna) doctor in de burgerlijke en kerkelijke rechten werd. Teruggekeerd vestigde hij zich in Leuven en koos hij voor een religieus leven. In 1555 werd hij kanunnik van de Sint-Lambertkathedraal van Luik en later van de Sint-Walburgakerk te Veurne.

Hij legde zich toe op de studie van de klassieke literatuur en hij publiceerde werken van o.m. Marcus Tullius Ciceron en van Titus Maccius Plautus. Zoals de meeste latinisten van zijn tijd, begaf hij zich ook aan de poëzie, zij het met gering succes. Daarnaast was hij bekend om zijn belangstelling voor de botanica.
Na zijn overlijden werd zijn rijke bibliotheek, met tal van Griekse en Latijnse handschriften, gekocht door Torrentius die ze op zijn beurt bij testament toewees aan de Leuvense Jezuïeten.

[Frans Heymans]

Over K. de Lange:

  • Marcus van Vaernewijck: Lange, Karel de, in: De historie van Belgis (origineel 1574, editie 1829). Zie na het 71ste kapittel van het Vierde boek
  • Antonius Sanderus: [Karel Lange], in: Verheerlijkt Vlaanderen (1641 als Flandria illustrata, uit het Latijn vertaalde editie 1735). Dl. 1, Boek III, p. 144
  • Jean Noël Paquot: Charles de Langhe, ou Carolus Langius, in: Mémoires pour servir à l’histoire littéraire des dix-sept provinces des Pays-Bas... Vol. 11 (1768),p. 154-160
  • Auguste vander Meersch: De Langhe, Charles, in: Biographie nationale de Belgique. Tome 5 (1876), col. 310-315.