Voor ons is elke stad, elk park, ja, elk punt ter wereld, een Gent. Voelen we ons misschien niet voortdurend belegerd? En is niet ieder van ons een stad, een kasteel, langs alle kanten belegerd?

Nikos Kachtitsis (1953)

Terug naar index

COMMYNES, PHILIPPE

(Comines = Komen bij Hazebroek, ca. 1447 - Argenton, 1511)

Franse kroniekschrijver en diplomaat, ook gekend als Philippe de Commynes, Commines en Comines, heer van Argenton. Vanaf 1464 was hij in dienst van de Bourgondische hertogen Filips de Goede en daarna Karel de Stoute. In 1472 trad hij in dienst van de Franse koning Lodewijk XI. Als raadsman van deze laatste werd Commynes een onverzoenlijke vijand van Karel de Stoute. In Frankrijk speelde hij een politieke rol tijdens de minderjarigheid van Karel VIII. Later, in 1495, volgde hij Lodewijk XII naar Italië. Zijn diensten aan het Franse hof werden beloond: hij kreeg het kasteel en het landgoed van Argenton, waar hij zich vanaf 1498 terugtrok om zich te wijden aan zijn Mémoires.

Deze Mémoires bestrijken, in acht delen, de jaren 1464 tot 1498 die overeenkomen met de regeringen van de Franse koningen Lodewijk XI tot en met Karel VIII.

Als diplomaat moet Philippe Commynes Gent wellicht meermaals bezocht hebben.

In deel 6, hoofdstuk 17 van zijn Mémoires brengt hij Gent ter sprake. Hij laat zich kritisch uit over de stad die hij van weinig belang voor het land vindt Volgens hem werd Gent gediend door het lot ofschoon de stad niets anders dan onheil bracht.

[Nicole Verschoore]

Over Philippe Commynes:

  • Monique Santucci: Gand et les Gantois vus par Molinet, chroniqueur et poète. Voordracht gehouden tijdens het internationaal colloquium “Gent en de literatuur”, Gent, 13-17 november 1978. Ook verschenen in: Rencontres médiévales en Bourgogne (1991), nr. 1, p. 43-70