… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

BONDUE, PIERRE

(Gent, 06.12.1900 - Oostende, 06.11.1985)

Pierre Bondue was in de eerste plaats specialist strafrecht en werd pas schrijver tijdens zijn laatste levensjaren.
Zijn loopbaan als advocaat en magistraat verliep bij het Hof van Beroep in Brussel, waar hij het tot advocaat-generaal bracht. Hij was ook lid van strafrechterlijke raden en commissies en vanaf 1947 hoogleraar strafrecht, uitsluitend in het Frans docerend.

Vanaf 1979 tot 1983 schreef hij drie literaire werkjes, herinneringen en mijmeringen.
In 1979 verscheen Gand de ma jeunesse : de la rue Saint-Sauveur à la rue Savaen, in 1981 La maison dans la dune en in 1983 Leurs visages: une histoire d’une famille.

Bondue was zich sterk bewust van de “breuk in de beschaving” die hij meemaakte: de euforie van de vooruitgang in het begin van de twintigste eeuw en opnieuw na 1918 en na 1945, maar ook de twee wereldoorlogen, de volgens hem onvermijdelijke evolutie van de verhoudingen tussen Vlamingen en Franstaligen in België, de democratisering maar ook de consumptiemaatschappij.
Hoewel sterk onder de indruk van de Franse cultuur, beschreef hij in lyrische en nostalgische woorden (ook met citaten uit gedichten van Emile Verhaeren) wat hij als de Vlaamse cultuur beschouwde. Het rijke verleden bleef leven in onze steden zowel als op het platteland, vond hij. De gemoedelijkheid en de gratie van de volksgewoonten en de folklore die het leven doordrongen, maar ook de harde werkomstandigheden van de werklui, maakten indruk op de auteur.

Pierre Bondue en Gent

De familie Bondue woonde tot eind 1918 in de Sint-Salvatorsstraat in Gent. Daarna verhuisde ze naar Oostende. Van 1920 tot 1924 verbleef Pierre Bondue opnieuw in Gent, als student Rechten aan de universiteit. Suzanne Lilar was er zijn jaargenote.

In Gand de ma jeunesse beschrijft de auteur – als door de ogen van eerst een kind en dan een jongere – de stad die hem vertrouwd was, buren en buurten die hij goed kende, kleine typische winkeltjes en markante volksfiguren, schilderachtige plekjes, monumenten, kerken, kloosters, begijnhoven, musea, festiviteiten en evenementen. Hij haalt herinneringen op aan zijn belevenissen op weg naar school, aan zijn leraren en professoren en aan de strenge, argwanende jezuïetensfeer, aan evenementen als de blijde intrede van Leopold II en Albert I, de ontwikkeling van de haven, de wereldtentoonstelling in 1913 en het verzet tijdens de Eerste Wereldoorlog.

[Anna-Maria de Witte]

Over Pierre Bondue:

  • Casselman, Joris: Tachtig jaar Criminologie aan de K.U.Leuven (2010), zie internet: Pierre Bondue, 1900-1985, zie internet www.law.kuleuven.be/linc/80jaarcriminologie.html en daar, punt 2.3: Pierre Bondue, 1900-1985 Tekst over (2010), zie daar punt 2.3
  • Verschoore, Nicole: De Franstalige literatuur te Gent, in: Gentsche tydinghen, jrg. 34 (2005), nr. 3 p. 156-165
  • Vic Nachtergaele: De Franstalige schrijvers in Vlaanderen als cultuurdesem, in: Wetenschappelijke tijdingen op gebied van de Vlaamse beweging, jrg. 60 (1996) nr. 2, p. 111-126