Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

ANDERSON, ISABEL

(Boston, Massachusetts, Verenigde Staten, 29.03.1876 - Boston, 03.11.1948)

Rijke echtgenote van de Amerikaanse minister voor België te Brussel. Schreef reisverslagen, onder meer The Spell of Belgium, waarin ze veel aandacht heeft voor de coöperatieve Vooruit en voor de Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck.

Isabel Weld Perkins was een rijke erfgename van handelaars uit Boston, ze erfde op vijfjarige leeftijd 5.7 miljoen dollar (equivalent vandaag: 150 miljoen dollar). Tijdens de typische Grand Tour, één jaar reizen door Europa onder de hoede van een chaperonne, ontmoette ze haar echtgenoot Larz Anderson (1866-1937) in Rome; ze trouwden in 1897. Ze maakten vele jaren deel uit van het intense sociale circuit van Washington, met diners op invitatie en lunches tot 4000 mensen per jaar, naast tuinfeesten, theepartijen en dergelijke.

Ze begon te schrijven onder de naam Isabel Anderson over de landen die ze bezocht had (o.m. Scandinavië, China, Japan, Filipijnen, Afrika), alsook verhalen en (familie-)biografieën. Hierbij werd ze bijgestaan door een zestal literaire assistentes. Gezien haar echtgenoot als minister voor België werd toegewezen in 1911-1912 verbleef ze enige tijd in Brussel en bezocht ze ons land. Vanuit Amerika richtte ze later steunavonden op voor het Rode Kruis en voor het Belgische volk (zie haar getuigenis Presidents and pies, 1919); ze trad ook zelf op als verpleegster en bediende in soldatenhospitalen en -restaurants in Noord-Frankrijk en België. In Zigzagging: The Experience of an American Red Cross Nurse During the First World War (1918, herdr. 2020) vertelt ze haar ervaringen van die acht maanden in 1917-1918. Isabel Anderson bezocht ook dokter Depage, koning Albert I en koningin Elisabeth in De Panne. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte ze anoniem in hospitalen. Voor haar werk ontving ze de Belgische Elisabethmedaille.

Tot haar zeer diverse fictiewerk behoren de sprookjesachtige jeugdverhalen The Great Seahorse (1909) waarmee ze debuteerde, de toneelcompilatie Everyboy, and other plays for children (1914), de verhalenbundel The Wall Paper Code (1926), de oorlogspoëziebundel Whole World Over (1944), en een in Europa gesitueerde, gemystificeerde briefroman Polly The Pagan (1922), rond een Russische oorlogsspion aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, waarin ze ook autobiografische impressies uit Rome en andere steden verwerkte.

Het (Larz) Andersonhuis op twee kilometer van het Witte Huis in Washington werd een museum, onderdeel van de Society of the Cincinnati, die in 2016 nog een tentoonstelling aan Isabels leven wijdde. Een schilderij van Isabel Anderson uit 1901 door Cecilia Beaux hangt er tussen twaalf Vlaamse Diana-wandtapijten uit 1600, gemaakt in Brussel. Anderson ontving eredoctoraten van de George Washington University (1918) en de Boston University (1930).

Isabel Anderson en Gent

Haar reisboek The Spell of Belgium (1915) gaat over haar verblijf in België en over de Belgische geschiedenis en cultuur. Dit is een boek voor de Amerikaanse lezer van 1915, ook ten dele om hem warm te maken voor steun aan de geallieerde zijde in de Eerste Wereldoorlog. Het boek werd vijfmaal herdrukt.
Het dubbel schutblad van de originele uitgave van The Spell of Belgium geeft de Leie en de Graslei in Gent weer, zoals het stadsbeeld vóór 1913 was.

Isabel Anderson besteedt slechts beperkt aandacht aan Gent, maar geeft vooral het ontstaan en de organisatie van de coöperatieve Vooruit weer. Ze staat daar sympathiek tegenover om de sociale vooruitgang die de vereniging brengt, de aandacht voor de werkkracht van honden (!) en de zuinigheid van het volk.
Ze schrijft dat voor de meeste (Amerikaanse) lezers de Belgische literatuur samengevat kan worden in één woord: ‘Maeterlinck’ (Nobelprijs 1911). Ze neemt de Engelse vertaling op van het gedicht “Âme” (“Ziel”) uit Serres chaudes (1899), door de Britse dichter Edward Thomas (1878-1917). Ze beschrijft ook in detail het verhaal van La princesse Maleine (1889). Anderson deelt haar gefascineerde verwondering over de onbegrijpelijkheid van de Jeune Ecole Belge en citeert uit een lezing van Maeterlinck in Milaan tijdens de Eerste Wereldoorlog over het lot van België.
Over Gent als stad van bloemen haalt Isabel Anderson eveneens Maurice Maeterlinck aan: “Het is de ziel van Vlaanderen, terzelfdertijd eerbiedwaardig oud geworden en jong. In de straten staan heden en verleden arm in arm.”

[Herbert de Vleeschouwer]

Over Isabel Anderson: