Ik heb ook Gent gezien, dat van zichzelf hovaardig beweert dat het door Julius is gesticht. (…) Binnen de stadsmuren bevinden zich zesentwintig bewoonde eilandjes.
FRAGMENTEN
- // Gent [o stolzes Gent!]
Luise von Ploennies: Reise-Erinnerungen aus Belgien (1845), p. 17-21
- // Heldenhulde
Ernst van Daele: Ernst en humor (1937), p. 40-44
- // Feest van Artevelde
Napoleon Destanberg: Al de liberale liedjes en gedichten, 1846-1866 (1866), p. 187-189
- // Kirremesse van Vinderheyte[Anoniem]: *Kirremesse van Vinderheyte*, in: *Gentsch Museum*, jrg. 59 (1898), 2 jan. [zonder paginering]
- // Triumphe van die Gheboorte van Keyser Carolus [fragment]
Lieven Bautken: Triumphe van die Gheboorte van Keyser Carolus, in: Philip Blommaert: De Nederduytsche schryvers van Gent (1861), p. 47-48
- // Wie schoone feest en leut wil zien
[Anoniem]: Wie schoone feest..., in: Snoeck’s Almanach voor het jaer... 1863 (s.d.), z.p.
- // Op St-NiklaasdagAnton Bergmann: *Verspreide schetsen en novellen* (1875), p. 305-309