24 Juli [1916]. Voor een journalist wil dus naar Gent gaan zeggen, iets als oorlogscorrespondent worden, met al de gevaren, maar ook al het heroïsche, dat daar aan verbonden is.
Emmanuel Hiel: Gent, in: *Het Morgenrood*, jrg. 7 (1925-1926), p. 76
Gent
Woorden: Emmanuel Hiel
Muziek: Leo van, Gheluwe
Zijt gij niet meer heden,
Zijt gij niet meer ’t machtig rijke Gent!
Gij hebt fel gestreden,
Dat is wel gekend
Dat is gekend door gansch het land,
Dat wordt genoemd ten allen kant;
Daarom min ik Gent,
Ja Gent, zoolang mijn hart zal slaan.
Stad der Artevelden,
Nijverheid en vrijheid hield ge in stand.
Gij met uw helden Streedt voor ’t vaderland.
Gij, hou en trouw ten allen tijd,
Met vlijt aan kunst en eer gewijd!
Daarom min ik Gent,
Ja Gent, zoolang mijn hart zal slaan.
Stad der Schelde en Leye,
Door het onderwijs zoo hoog geroemd, Dat, als frissche meie,
Gij zendt uw zoons nog overal
En sticht het goede bovenal.
Daarom min ik Gent,
Ja Gent, zoolang mijn hart zal slaan.