De Tigris en de Euphrates vergaderen ineen, ghelijc te Ghend de Leye ende de Schelde
Jef Mennekens: Credo (1922), p. 114
Gent
Stoere, geweldige stad, zwaarmoedig en grimmig,
die forsch zijt in uw liefde en sterk in uw haat,
mij slaat uw rookend verleen, dat bloedig en schimmig,
onstuimig door ’t luien van uw Roeland gaat.
Hartstochtelijk gloeien de hoofden; monden grijnzen.
Sombere vlaggen klapperen op donkere woed’.
Gebreidelde trots schuimt in den storm der gepeinzen,
om een machtigen droom, die, stortend, stikt in het bloed.
Nog in den statigen gang der tijden, onverstoorbaar,
klopt gij, harte van lief Vlaandren, hoorbaar,
met het worstlen in u van grooten strijd.
eens komt toch, in ’t woelen, de waarheid naar boven;
dan zal, herlevend, mijn land u lieven en loven,
daar gij weer de zeegrijke ziel van mijn Vlaanderen zijt.