een plein in de stad waar de liefde je loutert, / een liefde die geen blad voor de mond neemt, / een mond die zich aanbiedt, een kus op de Kouter.
Louis Paul Boon: *Het Geuzenboek* (1979), p. 678-691
De Gentse volksrepubliek
[De fragmenttekst wordt niet getoond wegens auteursrechtelijke beperkingen op het gebruiksrecht, nvdr]