Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs: De zevende sluier (2003), p. 183-184

De begrafenis van Jean De Kremer (= Jean Ray)

Jean De Kremer (geïnspireerd op de figuur van Jean Ray) overlijdt aan het einde van de zoektocht naar de zeven ingrediënten van het levenselixir, die hij met de 15-jarige Genste volksjongen Spijker als assistent ondernam.

Ook in Oxford, zo stond enkele dagen later in de regionale editie van een Vlaamse krant te lezen, was de Gentse volksfiguur Jean De Kremer overleden. Hij was erg actief bij opgravingen in en rond Gent en schreef menig artikel over geschiedenis voor diverse tijdschriften. Toch werd hij als amateur geschiedkundige niet serieus genomen door zijn collega’s. Hij werd overleefd door drie zussen.

Het regende bij de oude Bijloke zoals het hoorde bij een begrafenis. Spijker zat achteraan in de kleine kapel. Er waren veel bloemen en kransen. Van abdijen waar De Kremer opgravingen had gedaan, van bibliotheken waar hij manuscripten had helpen klasseren, van studenten die hij had geholpen met hun scriptie, ja zelfs van een professor geschiedenis aan de universiteit van Gent die hem zijn beste leerling noemde. De kerk was gevuld met vrouwen. Ze kwamen uit Frankrijk, Vlaanderen en Nederland met ogen vol tranen en zakdoeken van kant. Ze huilden allemaal om die man met zijn slungelarmen en gebogen rug. De man die als geen ander een sandwich met augurk kon eten en voor wie de geschiedenis hemel, hel en vagevuur was.

Vind dit boek in de bibliotheek Gent

Interne links

[Auteurs] Van Rijckeghem, Jean-Claude en Van Beirs, Pat(rick)