kleine, niet te bedaren bruid met onder / je bed nog al je minnaars van vroeger / morsig feestvarken (...) / geschept uit de placenta van Leie en Schelde

Roel Richelieu van Londersele (2003)

Terug naar index

George Gordon Byron: Letters and journals (vol. V): ‘So late into the night’ (ed. Leslie Alexis Marchand, 1976), [Letters, 01.05.1816]

At Ghent

Lord Byron reisde in 1816 met zijn lijfarts John William Polidori door Europa naar Italië en Zwitserland. Hij had zijn vrouw, zijn land en zijn schuldeisers de rug toegekeerd en reisde in zijn eigen koets, gemaakt naar het model van de reiskoets van Napoleon.
In de nacht van 26 of 27 april kwam hij in Gent aan. De rit verliep moeilijk: de koetsier reed richting Gent verloren, het risico op struikrovers zorgde even voor paniek en bij het verlaten van Gent op de weg naar Lochristi brak een wiel van de koets. Misschien mede daardoor maakte het kortstondige verblijf in de stad weinig indruk op Byron. In zijn brief dd. 1 mei 1816 vatte hij het nogal minachtend samen:

At Ghent, we stared at pictures, climbed up a steeple 450 steps in altitude in de Sint-Baafs-kathedraal from which I had a good view and notion of these "paesi bassi".

Interne links

[Auteurs] Byron, George Gordon (Lord)