De stad was vol vreuchden in alder manieren / Men sach de straten behanghen, de husen versieren, / (...) / De straten laghen vol groote vieren

Lieven Bautken (1500)

VAN GERREWEY EN REUGEBRINK WINNEN PRIJZEN PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

Nieuws

Christophe Van Gerrewey en Marc Reugebrink zijn bekroond met De Prijzen van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Letterkunde 2013. Aan de Prijzen is een bedrag verbonden van 5000 EUR per prijs. Beide auteurs wonen in Gent.

Van Gerrewey (1982) kreeg de prijs toegekend voor zijn roman Op de hoogte (2012). De jury noemde Op de hoogte een fascinerende debuutroman van een auteur die al meteen blijk geeft van een grote maturiteit. Het genre van de roman wordt verrijkt door een mix van brief, verhaal en essay. Vooral de essayistische reflecties zijn bijzonder origineel. Stijl en toon getuigen op een onnadrukkelijke manier van veel ironie. Het boek is bovendien geschreven in een prachtig zingend Nederlands.

Hij debuteerde als beloftevolle fictieschrijver in 2010 bij de Gentse uitgeverij DRUKsel met Vijf ziekteverhalen. Hij had toen al samen met Lara Mennes Cité geschreven over woningbouw in het Limburgse Winterslag en recenter over de architectuur van Geert Bekaert, Stéphane Beel en voormalig Vlaams bouwmeester bOb van Reeth. In 2013 verscheen Van Gerreweys Trein met vertraging, dat zich afspeelt in Gent tegenover de watertoren van Sint-Amandsberg.

De ingeweken Nederlandse schrijver Marc Reugebrink (1960) werd bekroond voor zijn essaybundel Het geluk van de kunst (2012). De jury noemde de betogen van Reugebrink verrassend en relevant. Ze getuigen van een grote belezenheid, en de auteur is niet bang om een bijna verloren cultuurideaal op het voorplan te zetten. De stukken zijn bovendien geschreven in een weergaloze stijl, nu eens poëtisch, dan weer polemisch. Reugebrink was redacteur van De Gids (1994-1999) en poëziecriticus voor De Volkskrant en De Groene Amsterdammer. Hij woont sinds 1998 in Gent, was ook redacteur van het literaire tijdschrift Yang (sinds 2009 voortgezet als nY) en leverde kritische bijdragen voor De Morgen en op zijn eigen weblog http://reugebrink.skynetblogs.be

In De inwijkeling (2002) verzamelde hij zijn belangrijkste essays tot dan toe, onder de noemer dat het “loslaten van alle waarden” (zoals in het postmodernisme) het risico inhoudt dat we vergeten zelfs die opstelling geregeld opnieuw kritisch te bevragen. Hij publiceerde eind jaren 1980 al enkele dichtbundels en recenter de romans Wild vlees, Touchdown en Menens.

In 2007 won hij met zijn roman Het grote uitstel de Gouden Uil. In 2014 verschijnt Het Belgisch huwelijk, een roman waarin de persoonlijke aspiraties van de hoofdrolspeler worden verweven met wellicht té hooggespannen verwachtingen over zijn nieuwe “vaderland”, dat uit elkaar dreigt te vallen. Daarin komt o.a. een “Gentse identiteit” ter sprake.

In het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort maakte hij in 2005 al een “randwandeling” door de noordelijkste wijken van Gent, voorbij de Muide en Oostakker en betitelde zijn indrukken als een “Arcadië onder de koeltorens”.