That afternoon I thought [Ghent] looked magical, it was quite different. You know how it is when you see things suddenly in a different light, in a new light (...)

Sebastian Faulks (1992)

Terug naar index

VUIJSJE, HERMAN

(Amsterdam, ?.?.1946 - )

Nederlands socioloog, journalist en schrijver, vooral bekend als opiniemaker. Hij was actief in de linkse studentenbeweging, studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en werd daar medewerker van het Sociografisch Instituut. Daarna was hij een decennium lang redacteur van de Haagse Post en van 1985 tot heden medewerker aan NRC Handelsblad. Sinds 1989 is hij ook freelance schrijver. Hij is de oom van auteur Robert Vuijsje en vader van de dichteres Hagar Peeters.

De meeste van zijn publicaties gaan over verandering in Nederland, op sociaal, moreel en politiek gebied. Maar ook veranderingen in het landschap en de rol die de ruimtelijke ordening daarbij speelt, illustreerde hij in goed gedocumenteerde “wandelreisverhalen” als Een grens van steen (2001, over Hadrianus’ muur) en Op weg naar Vladivostok (2012). In 2010 verscheen zijn biografie van Het Anne Frank huis en in 2013 een onderzoek naar de verwerking van de watersnoodramp uit 1953, De ramp getekend.

H. Vuijsje en Gent
Pelgrim zonder god (1991), het reisverslag over de oude Sint Jacobsroute naar Santiago de Compostela, betekende voor Vuijsje de doorbraak naar het grote publiek. Als athëist en individualist verkoos hij echter de vier maanden durende wandeling in 1989 alleen en in omgekeerde richting te maken, van Santiago terug naar Nederland, van het nog strenge katholieke Noord-Spanje naar “goddeloos Amsterdam”. Tijdens die reis door de Europese ideeëngeschiedenis, overnachtte hij in Gent in het gewezen Hotel den IJzer (Vlaanderenstraat) en bracht een bezoek aan het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal. In het boek heeft hij het daarbij ook over Pierlala en Quasimodo, over pelgrimswegen en ganzenborden. Daaraan is het ironische hoofdstuk “Tableau de la troupe” gewijd.

In het restaurant van Hotel Den IJzer merkte hij op hoe het gebouw “het goede sjofelheidsgehalte van de opstallen (precies) aan de juiste exentriciteitsgraad van de habitués” paarde. In de kathedraal zocht hij de norse pelgrim op het in 1432 geschilderde Lam Gods, die hij als zijn voorganger beschouwde. Hij lichtte ook toe waarin precies de gebroeders Van Eyck zoveel humanistischer waren dan meester Mateo in Santiago de Compostela. Zo bleek voor Vuijsje het doorgangsland België nog een aanvullende rite de passage, “een laatste sacrament” voor het einde van de pelgrimstocht in Nederland.

[J.L. Guyssens]

Over Herman Vuijsje