een plein in de stad waar de liefde je loutert, / een liefde die geen blad voor de mond neemt, / een mond die zich aanbiedt, een kus op de Kouter.

Lut de Block (2002)

Terug naar index

VAN HECKE, LUCRÈCE

(Gent, 17.10.1956 - Gent, 17.10.1996)

Gentse dichteres en kunstenares, afkomstig uit een katholieke, burgerlijke familie, broer van politicus Johan van Hecke. Ze werkte vooral als dichter-beeldend kunstenaar en als recensente en freelance journaliste. Ze was ook lid van dichtersgroepen als Dimensie in Antwerpen en kunstgroep Pegasus in Gent.
Van Hecke liet zich vooral inspireren door kunstenaars met een scherpe visie als Jean Cocteau en Virginia Woolf, de excentrieke Colette en Anaïs Nin, feministe Kristien Hemmerechts en de neoromantische Jotie T’Hooft. Ze voelde zich sterk verwant met de rebelse Jeanne Deckers (Sœur Sourire). Contramine-dichter Tony Rombouts karakteriseerde haar poëzie als “nocturnes”.
Ze publiceerde in collectieve dichtbundels als Dichters uit Vlaanderen en Nederland met Woorden voor Anton [van Wilderode] (1993) en in het tijdschrift Wel van Hans Devroe. Haar poëziedebuut Van Eros tot Thanatos (1993) ging over de samenhang tussen liefde en dood; Terra incognita (1996) werd beschouwd als een doorbraak en verscheen twee dagen na haar zelfgekozen dood op 40 jarige leeftijd.

Lucrèce van Hecke en Gent

Ze studeerde regentaat Nederlands-Engels-zedenleer aan de Rijksnormaalschool in de Ledeganckstraat en in 1986 moraalwetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Gent. Voorts volgde ze aan het Hoger Sint-Lucasinstituut en aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten grafische opleidingen als beeldhouwkunst, zeefdruk, fotografie, keramiek en raku [een Japanse craquelétechniek]; aan de Gentse Koninklijke Muziekacademie ook nog dictie en voordracht.
Haar belijdenispoëzie sluit aan bij die van de Gentse dichters Roel Richelieu van Londersele en Miriam Van hee, maar focust vooral op klankrijkdom en “zwarte romantiek”.
Ze was betrokken bij het Gentse Vrouwenhuis (jaren 1980) en was één van de pioniers van de vzw Schrijversakademie Gent (1991, zie het lemma). Regelmatig trad zij op en organiseerde en ensceneerde ze poëzieprogramma’s en tentoonstellingen met visuele poëzie en beeldende kunst : in Gent o.a. “Poëzie in de kou”, een actie voor het behoud van het Poëziecentrum en de internationale
Antichambre (beide in 1986) evenals Camille[Claudel], een steenworp in de tijd van Mark Meekers (1992). In 1988 was ze te horen met ingesproken eigen werk op de poëzietelefoon.
Van Hecke was ook lid van De literaire tafel (zie het lemma), een vrouwelijke dichtersgroep die geregeld in Gent samenkwam. In 1986 publiceerde ze al in de Gentse collectieve dichtbundel
Op hoop van liefde van de vzw de Werkgroep Vrije Academie Gent.
Ze werd begraven op de Westerbegraafplaats te Gent (grafkelder 563).

[Nicole Ledegen]

Over Lucrèce van Hecke: