(ik) verliet het Hôtel des Pays-Bas en de stad Gent (...), met herinneringen, die ik van geen enkele andere plaats in Europa meedraag.

John Quincy Adams, toekomstig Amerikaans president (1833)

Terug naar index

PERK, BETSY

(Delft 26.03.1833 - Nijmegen 26.03.1906)

Nederlandse feministe, schrijfster van romans, novellen, toneelwerk, reisbeschrijvingen en essays. Zij schreef ook onder de pseudoniemen Liesbeth van Altena, Philemon, Spirito, Elisabeth van Valkenburg. Zij was de neef van de dichter Jacques Perk die behoorde tot de Nederlandse Tachtigers (d.i. de beweging die in de jaren 1880 ijverde voor vernieuwing in de literatuur).

Betsy Perk behoorde tot de eerste groep die zich in Nederland inzette voor vrouwenemancipatie. Als vrouw kon zij niet studeren aan de universiteit. Waarschijnlijk bracht het intellectuele milieu in haar jeugd haar tot zelfstudie. Als feministe ijverde zij concreet voor o.m. betere arbeidsvoorwaarden en kiesrecht. Dat deed zij door het oprichten van verenigingen (o.m. Arbeid Adelt) en van tijdschriften (o.m. Ons streven), met bijdragen in dagbladen en door het houden van voordrachten (o.m. ook het voorlezen van haar eigen toneelstukken). Die strijdbaarheid werd haar niet altijd in dank afgenomen. Om de kritiek op haar vooruitstrevende ideeën te weerleggen, schreef ze haar debuutroman Mijn ezeltje en ik (1874). In 1881 week zij uit naar België, waar zij verbleef in Brussel, Spa en Luik. Tijdens haar jaren in de Ardennen bezocht haar neef Jacques haar regelmatig in gezelschap van die andere Tachtiger, Willem Kloos. In 1903 (na het overlijden van Jacques) keerde zij terug naar Nederland waar zij zich in Nijmegen vestigde.

Zij leefde van haar pen. Van haar werken citeren we De sterren liegen niet (1875, drama), Elisabeth de jonkvrouw van het kasteel te Valkenburg (1878), De laatste der Bourgondiërs in Gent en Brugge, 1477-1481 (1885) en Kijkjes in België (1888) en Jacques Perk, geschetst voor ’t jonge Nederland der XXe eeuw (1902).

Betsy Perk en Gent

Na de dood van Jacques zocht ze afleiding en trok ze door Wallonië en Vlaanderen. In Brugge werd ze zodanig ontroerd door het verhaal van Maria van Bourgondië, dat ze er de historische roman De laatste der Bourgondiërs... over schreef. Met duidelijke sympathie voor de vrouw Maria, beschreef ze haar vier jaar durende regeerperiode. Het verhaal speelt zich voor een groot deel af in Gent. Perk kreeg er in 1886 een prijs van het Belgische departement van Onderwijs voor. Serge Heirbrant wijst er op dat er enkele al dan niet gewilde foutjes in voorkwamen.

[Eline Verhelst]

Over Betsy Perk: