De stad was vol vreuchden in alder manieren / Men sach de straten behanghen, de husen versieren, / (...) / De straten laghen vol groote vieren

Lieven Bautken (1500)

Terug naar index

MORETTI, MARINO

(Cesenatico, Italië, 18.07.1885 - Cesenatico, 06.07.1979)

Italiaans dichter en romanschrijver die samen met enkele andere jonge dichters tot de “crepuscolari” of schemerdichters wordt gerekend. Het symbool van de schemering stelt een vaag gevoel van melancholie voor. De “crepusculari” lieten zich vooral inspireren door de Belgische symbolisten, in het bijzonder door Georges Rodenbach en Maurice Maeterlinck. Ze namen afstand van het literaire model van Gabriele D’Annunzio en kozen voor een ingetogen alledaagsheid.
Moretti wordt ook wel “de dichter die niets te zeggen heeft” genoemd. Dit verwijst naar zijn prozaïsche poëzie die terugkeerde naar de werkelijkheid. In zijn gedichten overheersen de verveling en het “grijs”.

Marino Moretti en Gent

Gefascineerd door de mystieke wereld van Rodenbach, bracht Marino Moretti in 1925 een bezoek aan België. Deze rondreis zou als achtergrond dienen voor La casa del Santo Sangue (1929; in 1938 in het Nederlands vertaald als Het huis van ‘t Heilig Bloed). Hierin wordt het verhaal van Martha verteld, die geen geluk kent in de liefde. Zij besluit naar Brugge te reizen en daar in te treden in een begijnhof, gelegen aan het Minnewater. Na enige tijd duikt haar ex-verloofde, een kunstenaar, ook op in Brugge. Samen ontdekken ze de Vlaamse cultuur.
Tijdens een cafébezoek maken zij kennis met de Brugse flaminganten die zich in hun “hard, ruw Vlaams” opwinden over de taalstrijd aan de universiteit van Gent. Martha begrijpt hen niet maar merkt wel hun vurigheid op. In het café klinkt de Vlaamse taal namelijk veel “harder, en onbegrijpelijker, haast strijdlustig”.
De kunstenaar neemt ook de tijd om Gent te bezoeken. Hij bewondert er het Lam Gods en bezoekt een begijnhof. Hij vertelt over het levendige en liefdevolle karakter van deze gemeenschap die meer dan driehonderd begijnen telt. Het begijnhof in Brugge mag dan poëtischer en schilderachtiger zijn, er zijn slechts zeven begijnen.

[Annelies Coppens]

Over Marino Moretti: