11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

MIRBEAU, OCTAVE

(Trévières/Calvados, Frankrijk, 16.02.1848 – Parijs, 16.02.1917)

Frans roman- en toneelschrijver, journalist en kunstcriticus, was in zijn tijd (eind 19de-begin 20ste eeuw) zowel beroemd als berucht door zijn politiek geëngageerde, anarchistische en kunstkritische geschriften.
Mirbeau debuteerde met een autobiografische roman Le calvaire (1886). Het grootste succes behaalde hij met de satirische roman Le journal d’ une femme de chambre (1900; Nederlandstalige titel: Dagboek van een kamermeisje), dat onder meer door de Spaanse regisseur Luis Buñuel in 1964 verfilmd werd.
Ook zijn theaterkomedie Les affaires sont les affaires (1903) kreeg wereldwijde belangstelling.
Met zijn autobiografische ficties La 628-E8 (1907) en Dingo (1913), waarin respectievelijk een auto en een hond de hoofdpersonages zijn, probeerde hij, wars van het negentiende-eeuwse realisme en naturalisme, de roman een meer moderne invulling te geven.

Octave Mirbeau en Gent:

Mirbeau kan beschouwd worden als een van de ontdekkers van Maurice Maeterlinck, tot nu toe onze enige Belgische en Gentse winnaar van de Nobelprijs voor literatuur (in 1911). Reeds in 1890 schreef hij in de Franse krant Le Figaro een uitbundig artikel over Maeterlincks eerste theaterstuk La princesse Maleine (1889); daarin vergeleek hij Maeterlinck zelfs met William Shakespeare.

In La 628-E8 (1907), een van de eerste romaneske verslagen over een autoreis − de titel verwijst naar het plaatnummer − door Europese landen, overheerste een meer frivole en sarcastische toon onder meer over de Belgen, Brussel en Gent.
Zo hekelt Mirbeau als personage de zogenaamde “katholieke besmetting” van de grote steden en dist hij hiervoor wellicht “Gentse” fictieve verhalen op: over een woedende priester die hij verbiedt om hem het sacrament van de stervenden of het Heilig Oliesel toe te dienen, of over een Gentse arbeidersstaking, die hem meer voorkomt als een religieuze processie dan als een hevige oproer.
Daarna volgt nog een bizar relaas van een Gentse betoging voor het algemeen stemrecht, waarbij er enkele “Gentse democraten” gewond en zelfs gedood worden.
Deze Gentse passage kreeg uiteindelijk een positieve wending als Mirbeau zich verontschuldigt voor zijn agressieve Franse ironie. Nogmaals looft hij Maeterlinck en roept hij bovendien herinnneringen op aan het nu verdwenen feeërieke landgoed van Oostakker aan het kanaal Gent-Terneuzen, waar de schrijver tijdens zijn jeugd regelmatig verbleef.

La 628-E8 werd in 1990 gedeeltelijk in het Nederlands uitgegeven onder de titel: Bonnard, schetsen van een reis : uit het dagboek van Octave Mirbeau “La 628-E8”, met illustraties uit 1908 van de Franse kunstenaar Pierre Bonnard .

[Joël Neyt]

Over Octave Mirbeau:

• Pierre Michel, Jean en François Nivet: Octave Mirbeau: l’imprécateur au coeur fidèle: biographie (1990)
• Pierre Michel: Octave Mirbeau et le roman (2005), zie internet: http://www.scribd.com/doc/8353841/Pierre-Michel-Octave-Mirbeau-et-le-roman
• André Capiteyn: Maeterlinck: een Nobelprijs voor Gent (2008)
Octave Mirbeau, zie internet: http://en.wikipedia.org/wiki/Octave_Mirbeau
• Documentatiemap in de Stedelijke Openbare Bibliotheek