Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs

Paul Kenis (1930)

Terug naar index

JAMES, GEORGE PAYNE RAINSFORD

(Londen, Groot-Brittannië, 09.08.1799 – Venetië, Italië, 09.06.1860)

Britse consul en auteur van vooral historische romans in de trant van Sir Walter Scott. In zijn roman Mary of Burgundy, or: The Revolt of Ghent (1833) spelen heel wat scènes zich in Gent af.

George Payne Rainsford James was de zoon van Pinkstan James, een Londense fysicus. George studeerde medicijnen in privéscholen in Engeland, en later in Frankrijk. Hij was in 1815 tijdens de zogenaamde Honderd Dagen (na de terugkeer van Napoleon Bonaparte van verbanning op Elba) korte tijd luitenant in het Engelse leger en werd gewond in de nasleep van de slag bij Waterloo.

Al op zeer jonge leeftijd schreef hij gedichten en verhalen, later gebundeld in The String of Pearls (1832). Reizen door Frankrijk en Spanje inspireerden zijn latere werk. Na zijn huwelijk woonde hij ook nog in Italië en Schotland. Hij is vooral bekend als auteur van ruim zestig historische avonturenromans, gesitueerd in de late middeleeuwen en renaissance.
James debuteerde in 1822 met Life of Edward the Black Prince. Daarna verschenen in een hoog tempo tientallen historische romans, waarvan de bekendste gaan over belangwekkende figuren of koningen, zoals Richelieu (1829), Attila (de Hun, 1837), Russell, a Tale of the Reign of Charles II (1847), Henry Smeaton, a Jacobite Story of the Reign of George I (1851). De roman Henry Masterton (1832) wordt beschouwd als zijn beste werk.

Ook minder bekende werken in de stijl van Sir Walter Scott of Alexandre Dumas werden een succes, hoewel de literaire verdienste daarvan beduidend lager ligt: Philip Augustus (1831), Darnley (1839), The Smuggler (1845). Daarnaast schreef George Payne Rainsford James nog voor kranten en magazines, publiceerde hij een in verzen geschreven historisch verhaal (The Ruined City, 1828), enkele toneelstukken en ook geschiedeniswerken over Karel de Grote (The history of Charlemagne, 1832) en de Zonnekoning (The Life and Times of Louis XIV, 1838).

Hij werd onder Willem IV aangesteld als koninklijke kroniekschrijver. Enkele jaren later reisde hij door Duitsland om informatie te verzamelen voor een roman over Richard Leeuwenhart.
In 1850 vertrok hij naar Amerika, waar hij Brits consul werd in Massachusetts, later in Richmond (Virginia, 1852-1856). Dat verblijf inspireerde hem onder meer voor Ticonderoga (1854), Lord Montague's Page en het vervolg Bernard Marsh (beide 1858). Tenslotte werd hij consul in Venetië in Italië (1856-1860), waar hij ook stierf en op het Isola di San Michele werd begraven.

Zijn beste romans werden heruitgegeven in de jaren 1844-1849 (21 delen) en zijn ook nu nog verkrijgbaar. "There is a constant appeal in his brilliant pages, not only to the pure and generous, but to the elevated and noble sentiments. He is imbued with the very soul of chivalry,” getuigde de Britse historicus Archibald Alison (1792-1867).

George Payne Rainsford James en Gent

Met de historische roman Mary of Burgundy, or: The revolt of Ghent (1833) verbond James het levensverhaal van Maria van Bourgondië (1457-1482) met geschiedenisfeiten opgetekend door bekende Franse kroniekschrijvers, zoals George Chatelain (1405-1475), Philippe de Comines of Jean Molinet [zie aldaar in het lexicon].

De driedelige roman (ca. 1000 p.) werd in het Frans vertaald door Auguste de Bracevich (Brussel, 1836) en in het Nederlands door Jan Willem Jacobus Steenbergen van Goor: Maria van Bourgondië, of: Het oproer van Gend (Amsterdam, 1837). De roman kan gezien worden als een vervolg op het immens populaire Quentin Durward (1823) van sir Walter Scott (1771-1832).
De ondertitel ‘The Revolt of Ghent’ wijst sterker op de stedelijke machtsstrijd dan op het conflict tussen de Franse koning en de graaf van Vlaanderen, maar bevestigde nog duidelijker het romantische cliché van de opstandige stad Gent.
Hoewel veel scènes zich in Gent afspelen, zijn de locaties niet-geïdentificeerde plekken die enkel als decor dienen; slechts sporadisch worden ze met name genoemd (Sint-Michielskerk, Vrijdagmarkt).
James beschrijft de gebeurtenissen in een romantisch-avontuurlijke stijl; sommige historische feiten zijn wel goed verwerkt, zoals het overlijden van Karel De Stoute, de toekenning van het Groot Privilege, of de valkenjacht waarbij Maria van Bourgondië ten val kwam.

De actie zit vooral samengebald in de periode na het overlijden van Karel De Stoute (5 januari 1477) tot het huwelijk van Maria met Maximiliaan Van Oostenrijk (18 augustus 1477), maar het verhaal begint al in 1456 om zowel de afkomst en jeugd van enkele personages als de sfeer in en om Gent te karakteriseren.
Er is veel aandacht voor de gemoedstoestand en de karakterevolutie van de diverse hoofdpersonages, voor gesprekken tussen edelmoedige en criminele figuren, voor het plechtstatige van het hof en het recht. Naast de avontuurlijke beschrijvingen van de Gentse machtsstrijd en navenante verwikkelingen tussen de nevenpersonages komen nog interessante maatschappelijke onderwerpen ter sprake: goed bestuur en hofetiquette, sterrenwichelarij en bijgeloof, boekdrukkunst en diplomatie. Enkele keren worden de historische feiten verdraaid, soms verzwegen, maar waar George Payne Rainsford James zich kon beroepen op de kronieken van zijn voorgangers volgde hij ze nauwgezet.

Het verhaal van The revolt of Ghent

Het verhaal, voor wat Gent betreft: de jonge held Matthijs Gournay uit Engeland komt midden vijftiende eeuw in het graafschap Vlaanderen in allerlei verwikkelingen terecht met de Bourgondische hertog en graaf van Vlaanderen Karel de Stoute (1433-1477), ‘dauphin’ Lodewijk XI (1423-1483, koning van Frankrijk 1461-1483) of met hun vazallen.
Een verslag van de doopplechtigheid van Maria van Bourgondië door Eleonore van Poitiers werd geïntegreerd in de roman: de Gentenaars bieden daarbij de hertog als zoenoffer drie zilveren bekers aan in de hoop de straf voor hun opstandigheid te zien milderen, maar een jongeman, Albert Maurice, beledigt de hertog. Twintig jaar later is die ambitieuze Maurice uitgegroeid tot een bekwame handelaar en onverschrokken krijgsman.

Als Maria van Bougondië en enkele andere edelen op een marktdag bij het stadhuis bedreigd worden bij een opstootje tegen Gentse handelaars moet Albert Maurice zowel het volk tot rede brengen als zich voor Maria van Bougondië verantwoorden. Voorbereidingen en proces zelf worden nauwgezet beschreven: Maillotin du Bac draagt bewijzen van een samenzwering aan, maar Lord Imbercourt, Thibauld VIII de Neufchatel en Maurice zelf weten deze laatste vrij te pleiten.
Na de dood van Karel de Stoute neemt de onrust en de eis om herstelling van de afgeschafte stadsprivileges in Gent weer toe, er zijn brandstichtingen en terechtstellingen. Na onderhandelingen met Maria van Bourgondië worden 26 Gentse schepenen uit het volk benoemd die het nieuwe Gents bestuur vormen (zie ook bibliografie), geleid door Albert Maurice, zijn opponent Walter Ganay en de behoudsgezinde Martin Fruse.
Toch blijft er bloed vloeien aan beide kanten, verzet Maurice zich als een Artevelde tegen Frankrijk en rukt het leger van de Franse koning Lodewijk XI Vlaanderen binnen. Hugo van Gelder, de ‘groene ridder’ bij wie Maria van Bourgondië in het krijt staat, kiest de kant van Maurice om de macht in Gent te helpen handhaven; uiteindelijk zal Van Gelder zich na de zelfdoding van Maurice achter landvoogd Maximiliaan van Oostenrijk scharen, die te Gent huwt met Maria van Bourgondië.

[Jean-Paul den Haerynck & Herbert de Vleeschouwer]

Over George Payne Rainsford James:

  • G. P. R. James: Mary of Burgundy or: The revolt of Ghent (1833, div. herdr.; Franse vert. 1836, Ndlse vert. 1837), volledige tekst online op: catalog.hathitrust.org; Nederlandse uitgave: books.google.com
  • Matthew Arnold: Mary of Burgundy, or: The revolt of Ghent (1833), inleiding
  • Archibald Alison: History of Europe, 1815-52 (1853), hfdst. V
  • Samuel Carter Hall: G. P. R. James, in: A book of memories of great men and women of the age, from personal acquaintance (3de dr.,1871), zie uittreksels op victorianweb.org/authors/james
  • John Andrew Hamilton: James, George Payne Rainsford, in: Dictionary of National Biography, 1885-1900, Volume 29, via Wikisource: en.wikisource.org/wiki/George_Payne_Rainsford
  • Hugh Chisholm (ed.): James, George Payne Rainsford, in: Encyclopaedia Britannica (11th ed.), dl. 15 (1911), p. 143
  • (Anoniem): James, G(eorge) P(ayne) R(ainsford), in: Dominic Head: The Cambridge guide to literature in English (3de dr., 2006), p. 567
  • W(illem) P(ieter) Blockmans: Het wisselingsproces van de Gentse schepenen tijdens de 15de eeuw, zie op: openjournals.ugent.be