Les navires, les bateaux à vapeur de Londres et de Liverpool avaient l'air de passer au milieu du jardin.

Maurice Maeterlinck (1948)

Terug naar index

HOSTE, POL

(Lokeren, 25.03.1947 - )

Pol Hoste is enig kind van ouders die overtuigde vrijzinnige communisten waren. In het overwegend katholieke naoorlogse Vlaanderen leidde zulks tot een maatschappelijk isolement, dat zijn persoonlijkheid en zijn literair werk zou tekenen.

In 1970 studeerde hij aan de Gentse universiteit af als licentiaat Germaanse filologie. In 1972 vestigde hij zich in de Groenstraat in Oostakker. Het jaar daarop verhuisde hij naar de Hofstraat, in de Gentse Muinkwijk. Sedert 1981 woont hij in de Korte Dagsteeg. Hij gaf les aan diverse scholen als leraar Nederlands en Engels maar sinds 1994 is hij zelfstandig auteur.

Zijn eerste literaire werkje Het feest publiceerde hij in 1965 in De Vlaamse Gids. Reeds vroeg ontwaarde Louis Paul Boon een groot talent in hem. In 1979 debuteerde hij met de roman De veranderingen die vooraf in afleveringen was verschenen in het Nieuw Vlaams tijdschrift. Dat werk was vooral geïnspireerd door zijn studententijd. Hoste was intussen beginnen publiceren in diverse tijdschriften, o.a. in Heibel, Raster, Kreatief, Yang, De Brakke Hond en Dietsche warande en Belfort. Vanaf het begin van de jaren tachtig schreef hij ook recensies, o.m. voor De Morgen, De Nieuwe en De Volkskrant. Voorts werkte hij mee aan literaire programma’s van de Vlaamse Radio en Televisie en was hij van 1983 tot 1985 redacteur van het tijsdschrift Heibel.

Oeuvre

Pol Hoste is een bezige bij, ook al schreef hij uiteindelijk niet danig veel werken. Hij streeft veeleer kwaliteit dan kwantiteit na, maakt het zijn lezer echt niet gemakkelijk. Een strakke verhaallijn vind je in zijn romans nauwelijks of zelfs helemaal niet. Hij hanteert een complexe en fragmentarische stijl en een taal die zowel soepel als volstrekt uitgepuurd is. Zijn werk is in belangrijke mate autobiografisch: de autoritaire opvoeding thuis en de hunkering naar moederliefde, die hij vooral bij zijn grootmoeder vond, komen als thema’s voortdurend terug. Op zijn geëigende manier is hij sociaal geëngageerd. Hij verzet zich tegen alles wat naar rechtlijnigheid of simplisme ruikt. Hij wantrouwt alle normen en conventies. Hij gaat op zoek naar de betekenis van literatuur. Zin en onzin kunnen niet zonder mekaar, liet hij zich ooit ontvallen.

Op zijn debuut De veranderingen (1979) volgde pas in 1987 Vrouwelijk enkelvoud waaruit vooraf reeds fragmenten, Herinneringen aan mijn grootmoeder, waren verschenen in de tijdschriften Yang (1982), Heibel (1982) en Literair Akkoord (1983). Een schoon bestaan (1989) beschreef zijn allesbehalve gelukkige jeugd. In Brieven aan Mozart (1991) beantwoordde Hoste fictief zestien brieven van de componist. Ontroeringen van een forens uit 1993 bestond uit twee novellen, nl. Een schrijver die geen schrijver is (waarin hij probeerde te achterhalen wat hem tot schrijven aanzette) en het titelverhaal dat een neerslag was van vier jaar pendelen tussen Gent en Antwerpen.

In 1995 volgde High Key : monologen, dansen en verhalen dat door zijn vriend Yves T’Sjoen wordt beschouwd als een meesterwerk.
In 1999 kreeg hij de Cultuurprijs (literatuur) van de Stad Gent. Nadien werd hij voor De lucht naar Mirabel : carnet [I] uit 1999 tot tweemaal toe gelauwerd, met de Dirk Martensprijs van de Stad Aalst (2001) en met de Arkprijs van het Vrije Woord (2002). Algemeen werd bij de toekenning van die prijzen zijn onafhankelijk kritisch denken en zijn taalvirtuositeit geprezen.
Naar aanleiding van de toekenning van genoemde cultuurprijs zette hij in het Gentse Bijlokemuseum een tentoonstelling op waarbij hij onder de noemer “De Genodigden” achttien vrienden uitnodigde die op een of andere manier met plastische kunsten waren begaan.

De lucht naar Mirabel werd gevolgd door Montréal : carnet II (2003) en Een dag in maart : carnet III (2006), intelligente, zowel komische als tragische verslagen van zijn omzwervingen door Montréal.
In 2007 schreef hij ten voordele van Child Focus het kinderverhaal Jumper & Pun.

[Frank Beke]

Over Pol Hoste: