De Tigris en de Euphrates vergaderen ineen, ghelijc te Ghend de Leye ende de Schelde

Joos van Ghistel (ca. 1485)

Terug naar index

HIJE, JACOBUS

(Gent, 14.05.1667 - Gent, 29.05.1749)

Rederijker, beoefenaar van de dichtkunst en auteur van toneelwerk. Hij had ook belangstelling voor de muziek.
Als zoon van een binnenschipper, leerde hij het kuipersambacht. Hij wilde reizen maar kwam niet verder dan Rotterdam.
Hij werd lid van van de Gentse rederijkerskamer De Fonteine toen die in 1701 heropgericht werd. Naar eigen getuigenis blijkt hij als “entertainer” in Gent een graaggeziene figuur te zijn geweest. De grafsteen van zijn gezin bevindt zich in de Sint-Martinuskerk in Gent.

De Gentse universiteitsbibliotheek bewaart twee verzamelhandschriften van zijn hand (hs. 2421 en hs. G. 5909), voor een klein gedeelte beide met dezelfde gedichten en met teksten van collega-dichters. Deze handschriften bevatten "refereynen", lofdichten, monologen, kluchtliederen, moraliserende verzen, antwoorden op door de rederijkerskamer bij prijsvragen voorgestelde thema's.

In de bundel Rijmdichten, jubileën, solemniteyten, lofdichten van voorname persoonen, triomphen, klughtspeelkens, liedekens, bijeen vergadert door J. Hye komen vier (zang)kluchtspelen voor die meermaals werden opgevoerd in de na 1717 gebouwde schouwburg van de Fonteine. De vier spelen waren: Het arm huishouden; De kleine komedie van Bacchus (naar Daniël Heins); De mandragende vrouw en ’s Werelds ydelheid.

[Jozef Smeyers]

Over Jacobus Hije:

  • Philip Blommaert: De Nederduitsche schryvers van Gent (1861), p. 307-312
  • Willy L. Braekman: Leven en werk van de Gentse rederijker Jacobus Hije (1667-1749) (2002)