11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

Gentse literaire beurzen

(1954-1961?)

Door het Gentse stadsbestuur ingerichte boekenbeurzen die telkens in het najaar (september of oktober) werden gehouden in de salons van de Koninklijke Opera.
De bedoeling van deze beurzen was, de lezers in contact te brengen met de auteurs en een stroming ten gunste van het boek te verwekken. Gentse literaire schrijvers (in Gent geboren of er wonende) die actief bijdroegen tot het culturele leven in de stad, konden er “hun waar aanbieden”.
Jaarlijks mochten – in een beurtstelsel – een tien- tot twintigtal schrijvers hun volledig werk presenteren zodat na enkele jaren alle (Nederlands- én Fransschrijvende) Gentse literatoren aan de beurt kwamen. Auteurs die geen aparte stand hadden maar die recent een werk publiceerden, konden dit in een gezamenlijke stand presenteren. Alhoewel deze beurzen geen commercieel karakter hadden, mochten de auteurs hun werk te koop aanbieden.

Ook de in Gent uitgegeven tijdschriften kregen de aandacht, zo bv. Cyanuur, Het Antenneke, Pan, Oost-Vlaamse zanten, de Letterkundige almanak van de Vereniging van Oostvlaamse Letterkundigen maar ook bv. Epîtres en de Annales van de Fondation Maurice Maeterlinck. Tenslotte konden ook de (weer Nederlands- én Franstalige) Gentse literaire verenigingen zich presenteren; de keuze van de “exposanten” gebeurde vanaf het tweede jaar ten andere mede op hùn advies.
Telkens werd ongeveer hetzelfde scenario gevolgd met de uitreiking van de letterkundige prijs van de stad Gent, met de herdenking van overleden auteurs en tenslotte met de beurs zelf waarop ook lezingen werden gehouden en interviews werden afgenomen.

Bij een aantal beurzen werden bijzondere activiteiten georganiseerd. Zo bracht de Stadsbibliotheek (toenmalige benaming) in 1954 een overzichtstentoonstelling van alle laureaten van de stedelijke letterkundige prijs én van alle literaire tijdschriften die verschenen sedert de bevrijding. Tijdens de periode van dezelfde beurs werd de 25ste verjaardag van het overlijden van Karel van de Woestijne te baat genomen om in het Koning Albertpark een borstbeeld van de dichter te onthullen [kunstwerk van de hand van Jozef Cantré, dat later in mysterieuze omstandigheden verdween]. In 1955 bracht Toneelstudio 50 (die op dat ogenblik voor zijn eerste theaterseizoen stond) de eenakter De geliefden van Hugo Claus evenals fragmenten uit Het eiland en de dageraad van Walter Eysselinck en Christoffel Marlowe van Achilles Mussche; in 1958 bracht hetzelfde gezelschap een opvoering van fragmenten uit Fliek van Alexis Callant.

Te oordelen naar persverslagen uit die tijd was er voor de meeste van deze beurzen een zeer ruime publieke belangstelling. Dagbladen maar ook de regionale radiozender Oost-Vlaanderen én de Vlaamse televisie brachten er telkens verslag over uit.

[Frans Heymans]

Over de Gentse literaire beurzen:

  • Het Informatiebulletin van de Vereniging van Oostvlaamse Letterkundigen (1954-1967) gaf geregeld informatie over elke literaire beurs
  • Persoonlijk archief van Rik Lanckrock
  • Armand Hacquart: Het Gentse stadsbestuur en het literaire leven, in: Letterkundige almanak 1956 : spiegel van het literaire leven in Oost-Vlaanderen (1956), p. 11-15