Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs
FRAGMENTEN
- // ScheldelandschapOskar Verburgt: *Smokkelaars en woekeraars* (gecit.ed. 1941) [typoscript], p. 14-17
- // NegenmeimarktOskar Verburgt: *Smokkelaars en woekeraars* (1941), p. 13-14 [typoscript]
- // Zoals een blad dat valt
Lut de Block: De luwte van het late middaguur (2002), p.13