Voor ons is elke stad, elk park, ja, elk punt ter wereld, een Gent. Voelen we ons misschien niet voortdurend belegerd? En is niet ieder van ons een stad, een kasteel, langs alle kanten belegerd?
FRAGMENTEN
- // Lof der Gentsche dichters
Philip Blommaert: Gedichten (1855), p. 201-205
- // Gent [Stoere, geweldige stad]
Jef Mennekens: Credo (1922), p. 114
- // Gent [zoolang mijn hart zal slaan]Emmanuel Hiel: Gent, in: *Het Morgenrood*, jrg. 7 (1925-1926), p. 76
- // Aan de stad Gent*Voorzang van ‘Jacob van Artevelde’* (1859), gecit. ed. in: *Gentsch museum* jrg. 2 (1895-1896), p. 242-246
- // Kent gy het zoet gewest...Philip Blommaert: Gedichten (1855), p. 159-160
- // Les beautés de Gand
F[ernand] Servais: Les beautés de Gand, in: Jules Antheunis [e.a.]: Hoe hedd’het op dan? (1907), p. 65