Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs
Familiearchief Erik Dekeyser, 11 april 1925
Op het vijftigjarig huwelijk
Voorheen ongepubliceerd gedicht, gewijd aan de ouders van Frans Dekesel (1881-1935), klerk-huisbewaarder van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Gentse universiteit, toen Van de Woestijne er professor was.
Op het vijftigjarig huwelijk
van
Jan Dekesel en Julia De Keyser
1875 - 11 April - 1925
Wie vijftig jaren wrocht voor boter op zijn brood
En won met vlijt'ge hand wat vleesch bij aarde's vruchten
Wie droeg zijn kindren en kleinkindren in den schoot
Met vijftig jaren vele liefde en weinig zuchten:
Hij kent een lange jeugd die heeft geen eind te duchten,
Hij drinkt een eeuwigheid die Godes kelk hem bood.