Terug van Gent, dood moe, schor en op. (...) Ik ben al die dagen in een roes geweest (...) Kennismakingen en ovaties zonder eind van 's morgens tot 's nachts laat.
Francine Notteboom: *De kring rond de maan* (1985), p. 42
Misleidend de stad in deze dagen van gemis
Misleidend de stad in deze dagen van gemis.
Geen straat, geen boom biedt onderkomen.
Misschien komt met de avondwind
jouw stem mij tegen.
Nog schrikken wij van elke vogelkreet
als streek jij neer voor ’t eerst, voor ’t laatst.
Waar ligt het verschil dan in de
snelheid van een vleugelslag?
Tot waar zwerven wij, voor de troost
ons vindt in het barmhartig huis
waar wij onszelf levend houden
achter de aangeslagen ruiten?