… vrees voor 't zelfbehoud? O neen, neen, van wat belang is thans desnoods een menschenleven min of meer. Doch... al die arme jongens prijs gegeven aan verminking en aan dood!

Virginie Loveling (1914)

Terug naar index

uit: Guido Lauwaert (sam.): Om Gent gedicht (2010), p. 93-96

Gand mon amour
        *Voor Guido Lauwaert*

Ik fietste langs het hoge pad naar Breskens vanuit Nieuwvliet
traag, heel traag, hoog in de duinen
links ligt de zee, rechts de polders
plat tot aan de horizon,
daar waar de aarde soms de hemel raakt.
En verder dan de horizon, achter het zichtbare
alles plat, velden, langzaam vloeiend water, aarde.
Oneindig zou je zeggen
maar niet oneindig
land tussen de zee en de eerste heuvels
richting zuiden, richting oosten.

Met de google-ogen van mijn verbeelding
zie ik daarin genesteld
dorpen en steden.
Maar er is maar één stad
waar google-ik op afstuurt,
Gent waar ik vandaan kom
en vanavond weer terugkeer.
Ik fiets hoogstens vier keer per jaar
hoog in de lage duinen
tussen zee en polders.

Andere steden ken ik ook,
Berlijn, Rome, Den Haag
ze zijn te ver
voorlopig vergeten.

Achter de kim staan drie hoge torens sedert eeuwen
als een teken,
of dichter bij ons op postkaarten
en folders voor toeristen.
Daar kijk ik overheen want de daken
het water en de bruggen
en al hetgeen ik weet van school
vanaf de eerste klas
en van de grootouders
die vertellen konden,
de tongval en de geest van feesten en verdriet
spreiden zich over mij als
eeuwigheid zonder het ritme van de tijd.

Niets komt hier storen wat absoluut volkomen is.

Het oorverdovend getsjilp van ’t volk der mussen
die je wakker maakten
de rinkelende, ratelende, metaal schurende trams
die in de vroege ochtend
van het arsenaal naar het centrum reden om verder,
naar en van de buitenwijken
het dagelijkse leven
te regelen en aan de gang te houden.
September 44 de Canadese bevrijders
ze deelden de kinderen in de straten
chocolade uit, een vies goedje
dat bruin was als…
en daarbij nog in de vingers smolt.
Wie had dit al geproefd?

De school lag in de “Kuip van Gent”
de Kuip van de les Geschiedenis
want voor ons stond een tobbe niet op straat
maar op het gasvuur in de keuken
het rook er naar zeep en warme vuile was.
Boven Gent rijst, eenzaam en grijs,
’t Oud Belfort, zinbeeld van ’t verleden,
dat was natuurlijk onzin
geen mens die aan ’t verleden dacht.
trilt in uw graf, gij Gentse helden?
daar dachten we niet aan, maar helden wilden we wel zijn.
En als vader ons ’s zondags
te voet naar de Grauwpoort aan de Sleepstraat bracht,
stond hij stil
in vervoering
voor ’t Gravensteen.
We kregen een verhaal van graven
en niet zo donkere middeleeuwen
maar geen ijsje bij Veneziana
omdat we bij de grootouders eten zouden krijgen.

In ’t Patershol liep niemand binnen
dat was gevaarlijk voor fatsoenlijke mensen
in het museum
was ’s middags poppenspel
daar zouden we heen
met de neven en nichten
de Oudburg was stil en gedegen burgerlijk
aan ’t Sluizeken vloeide nog water.

De Koornmarkt diende voor de geschiedenis van de markten
ter Keie, zei vader, was de eerste geplaveide straat van Gent
niets te maken met Turkije
de Groentemarkt stond in het teken van het Galgenhuisje
de rechtspraak toen en nu
vader had iets tegen de clerus
was voor de grondbeginselen van de democratie
daar verstonden we weinig van

Vijftig jaren gingen voorbij

onvergetelijk was de ervaring
vier en vijf hoog
toen MIAT openging.
Panorama’s puur natuur
kent iedereen
je staat daar wezenloos
zonder persoonlijkheid
één met het al en zonder vragen
tenzij over jezelf als mens.

Vier en vijf hoog in ’t centrum van de stad
zijn het andere vragen
en de antwoorden staan erbij.
Buiten: de daken, torens, straten liggen als een open boek.
Het frietkot. En wa moede ga ein mijn broaf kind?
Een bolleke gekapt.
geen Amsterdamse bal gehakt
geen boulette van Berlijn
geen palotta in Rome
hier ben ik echt mezelf
hoe anders je ook kan zijn
een andere hemel hoog boven je
ijl en wezenloos


© Nicole Verschoore, 2010
De auteur schreef dit gedicht in 2010 speciaal (en in het Nederlands) voor de publicatie Om Gent gedicht en droeg het op aan de samensteller.

Vind dit boek in de bibliotheek Gent

Interne links

[Auteurs] Verschoore, Nicole