Mijn gezant vermoordden ze, mijn kasteel verbrandden ze / (...) God sta bij de heer die 't als lot beschoren kreeg / te tuchtigen zulk een bende.

Frans Gunnar Bengtsson (1950)

Terug naar index

Jules Antheunis: Es’t nie dan naartse? (1908), p. 23

Solo en koor der dokwerkers

Revuetekst, in 1908 opgevoerd in Het Nieuwe Circus

I
Komaan aan ‘t werk! In d’haven wacht alreeds de boot
Op onzen arbeid, kameraden!
Aan ’t werk met moed, ’t verschaft ons ruim het levensbrood
En vrijwaart ons van hongersnood!
Kom dapper dus aan ’t lossen, laden
Hoe wij in ’t zweet ook baden
Van als ’t klokje slaat
Dragend, zwoegend tot den avond laat.
Is ’t koud of doet de zon ons braden
Op! heên en weer!
Zak op en neer!
REFREIN
Wij zijn bereid, aan d’arbeid onze kracht te wijden
Het lastig dokkerswerk schrikt ons niet af, oh! neen
We moeten vrouw en kind, toch van gebrek bevrijden
Daarbij, ons zwoegen brengt met een
Voorspoed, heil en welzijn allerzijden!

II
Onz’ haven breidt zich uit, reuzenbooten staap’len thans
Miljoenen sparen, zakken, balen!
De scheepvaart stijgt te Gent in langs om hooger glans
De handel prijkt met schooner krans!
Laat ons dus fier zijn, dokkers allen
Want zonder kapitalen
Helpen wij ook meê
Aan den bloei en rijkdom onzer steê
Het deel dat wij daarin betalen
Is arrebeid
En kracht en vlijt!

[Vind dit boek in de bibliotheek Gent](http://zoeken.bibliotheek.gent.be/?q= antheunis+naartse)

Interne links

[Auteurs] Antheunis, Jules