11 September [1914]. Op straat durf ik het [dagblad] niet te ontplooien (…) Dat ik het op zak heb, is voor mij het bewijs dat Gent niet is ingenomen.

Karel van de Woestijne (1914)

Terug naar index

Dirk Welsink en Willy Tiberghien: *Aarts´ letterkundige almanak voor het Willem Elsschotjaar 1982* (1981), p. 74
Lofzang van de mosterd

Tussen 1949 en 1960 schreef Willem Elsschot luchtige odes aan de Gentse mosterd voor de Snoecks almanak. Dit is de versie van 1959.

Het is vrij algemeen bekend
tot 1000 uren buiten Gent
dat allerlei grote en kleine heren
proberen mosterd te fabriceren.
Zij doen het met een ernstig gezicht
als deden zij zowaar hun plicht
door zaden te malen en te mengen
in de hoop van mosterd voort te brengen.
Maar tot hun allergrootst verdriet
gelijkt dat goedje op mosterd niet.
Het doet een mens niet niezen maar braken
er krelen van verwensing slaken.
So vrienden, neemt een kloek besluit,
smijt dat vergift het venster uit,
eet mosterd van TIERENTEYN FERDINAND,
veruit de bekwaamste fabrikant
van ons beminde Belgenland.

Let op het adres:

Ferdinand TIERENTEYN, p.v.b.a.
S p a r r e s t r a a t 49, GENT
Tel. 26.32.62 (2 I.)

En goed weten: Niet vergeten!

Vind dit boek in de bibliotheek Gent

Interne links

[Auteurs] Elsschot, Willem