Men hore [Anseele] in zijn eigen taal, zijn Gents dialect, de zo soepele, kernachtige spraak, ruig en ruw, zo geestig ondeugend en slecht gemanierd, een beetje canaljeus zelfs
Louis Paul Boon: *Het Geuzenboek* (1979), p. 666-667, 699-701
De dood van Hembyze
[De fragmenttekst wordt niet getoond wegens auteursrechtelijke beperkingen op het gebruiksrecht, nvdr]